Language of document : ECLI:EU:T:2021:801


 


 



Beschikking van het Gerecht (Eerste kamer) van 11 november 2021 –
QC/Commissie

(Zaak T77/21) (1)

„Openbare dienst – Ambtenaren – Pensioen – Overdracht van nationale pensioenrechten – Besluit tot vaststelling van het aantal pensioenjaren – Gebonden bevoegdheid – Beroep tot nietigverklaring en tot schadevergoeding – Beroep kennelijk rechtens ongegrond – Geen inleiding van een niet-nakomingsprocedure – Niet-ontvankelijkheid – Verzoek tot het geven van een bevel – Kennelijke onbevoegdheid”

1.      Beroepen van ambtenaren – Bevoegdheid van de Unierechter – Controle van de rechtmatigheid van een besluit tot overname van de berekening van de pensioenrechten die worden overgedragen aan de regeling van de Unie van een nationale instantie en tot vaststelling van het aantal pensioenjaren dat in die regeling in aanmerking moet worden genomen – Daaronder begrepen

(Ambtenarenstatuut, bijlage VIII, art. 11, lid 2)

(zie punt 28)

2.      Ambtenaren – Handelingen van de administratie – Handeling gebaseerd op een besluit van een nationale instantie – Gebreken die het nationale besluit aantasten – Gevolgen voor de geldigheid van de handeling van de Unie – Geen

(zie punt 29)

3.      Ambtenaren – Pensioenen – Pensioenrechten verworven vóór de indiensttreding bij de Unie – Overdracht aan de regeling van de Unie – Modaliteiten – Bepaling van het kapitaal dat de in de nationale regeling verworven pensioenrechten vertegenwoordigt – Bevoegdheid van de nationale instanties – Mogelijkheid voor de betrokken instelling van de Unie om de verenigbaarheid van het nationale besluit met het Unierecht te controleren – Uitgesloten

(Ambtenarenstatuut, bijlage VIII, art. 11, lid 2)

(zie punten 3033)

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen, deels wegens kennelijk ongegrondheid rechtens en niet-ontvankelijkheid en deels wegens kennelijke onbevoegdheid van het Gerecht om daarvan kennis te nemen.

2)

QC wordt verwezen in de kosten.


1 PB C 138 van 19.4.2021.