Beroep ingesteld op 9 juni 2008 - Paul Alfons Rehbein / BHIM - Hervé Dias Martinho en Manuel Dias Martinho (Outburst)
(Zaak T-214/08)
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Paul Alfons Rehbein (GmbH & Co.) KG (Glinde, Duitsland) (vertegenwoordiger: T. E. Lampel, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partijen in de procedure voor de kamer van beroep: Hervé Dias Martinho en Manuel Carlos Dias Martinho (Le Plessis Trévise, Frankrijk)
Conclusies
de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) in zaak R 1261/2007-2 te vernietigen;
het BHIM te verwijzen in de kosten van de procedure.
Middelen en voornaamste argumenten
Aanvrager van het gemeenschapsmerk: de andere partijen in de procedure voor de kamer van beroep
Betrokken gemeenschapsmerk: het beeldmerk "Outburst" voor waren van de klassen 16, 18 en 25 (aanvraag nr. 4 318 333)
Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekster
Oppositiemerk of -teken: het nationale woordmerk "Outburst" voor waren van klasse 25 - Duitse merkinschrijving nr. 399 40 713
Beslissing van de oppositieafdeling: afwijzing van de oppositie in haar geheel
Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep
Aangevoerde middelen: schending van artikel 43, leden 2 en 3, van verordening nr. 40/94 van de Raad, op grond dat het oudere nationale merk normaal is gebruikt met betrekking tot de waren en diensten waarvoor het is ingeschreven; schending van artikel 76, lid 1, sub f, van deze verordening, op grond dat de kamer van beroep het affidavit van verzoeksters bestuursdirecteur ten onrechte niet in aanmerking heeft genomen; schending van artikel 74, lid 2, van deze verordening en van regel 22, leden 1 en 2, van verordening nr. 2868/95
1 van de Commissie, op grond dat het bijkomende bewijsmateriaal dat in het stadium van het beroep tegen de oppositiebeslissing is overgelegd, toelaatbaar is en in aanmerking moet worden genomen bij de beoordeling van het normale gebruik van het oppositiemerk; schending van verzoeksters recht om te worden gehoord, op grond dat de kamer van beroep rekening had moeten houden met de bewijzen van het normale gebruik die na ommekomst van de termijn zijn overgelegd.
____________1 - Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie van 13 december 1995 tot uitvoering van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk (PB 1995, L 303, blz. 1).