Language of document :

Beroep ingesteld op 15 oktober 2008 - Tsjechische Republiek / Commissie

(Zaak T-465/08)

Procestaal: Tsjechisch

Partijen

Verzoekende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordiger: M. Smolek, gemachtigde)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig verklaren besluit BUDG/C3 D(2008) 10.5- 3956 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 augustus 2008 houdende verrekening van de vorderingen en de schulden van de Commissie;

de Commissie gelasten de Tsjechische Republiek het verrekende bedrag van 9 354 130,93 EUR en de vertragingsrente daarover te betalen;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1.    Met het onderhavige beroep, dat is ingesteld op grond van artikel 230 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, verzoekt de Tsjechische Republiek om nietigverklaring van het besluit BUDG/C3 D(2008) 10.5- 3956 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 augustus 2008 houdende verrekening van de vorderingen en de schulden van de Commissie. De Commissie heeft het bestreden besluit vastgesteld conform artikel 73, lid 1, van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen1, zoals gewijzigd. Met het bestreden besluit heeft de Commissie haar vordering op de Tsjechische Republiek tot terugbetaling van revolverende fondsen uit het Phare-programma T9106, CS9203 en CZ9302 voor een totaal bedrag van 9 354 130,93 EUR verrekend. De vordering van de Commissie werd verrekend met de vordering van de Tsjechische Republiek betreffende twee tussentijdse betalingen in het kader van twee operationele programma's die werden gefinancierd door het structuurfonds, voor een totaal bedrag van 10 814 475,41 EUR. De Tsjechische Republiek eist derhalve terugbetaling van de verrekende betalingen.

2.    Het bestreden besluit is nietig aangezien de Commissie met de vaststelling hiervan haar bevoegdheid heeft overschreden doordat zij het bestreden besluit op een onjuiste rechtsgrondslag heeft vastgesteld.

3.    Ook indien wordt aangenomen dat in casu verordening nr. 1605/2002 kan worden toegepast, is het bestreden besluit nietig omdat het is vastgesteld in strijd met de voorwaarden voor verrekening die zijn neergelegd in genoemde verordening of, meer bepaald, in verordening nr. 2342/2002 van de Commissie2 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van verordening nr. 1605/2002, waarin de verrekeningsprocedure is geregeld.

4. Ten slotte is het bestreden besluit nietig omdat het niet is gemotiveerd.

____________

1 - PB L 248 van 16 september 2002, blz. 1; Tsjechische speciale uitgave, hoofdstuk 1, deel 4, blz. 74.

2 - Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31 december 2002, blz. 1 ; Tsjechische speciale uitgave, hoofdstuk 1, deel 4, blz. 145).