Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 7 december 2001 ingesteld door Thalassa Seafoods NV tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-305/01)

    Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 7 december 2001 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Thalassa Seafoods NV, gevestigd te Antwerpen (België), vertegenwoordigd door J.-P. Brusseleers, advocaat.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

-de Commissie te veroordelen om haar als schadevergoeding te betalen, de som van 256 179,10 euro, vermeerderd met compensatoire en gerechtelijke interessen op de voet van 8 % 's jaars, te rekenen vanaf de datum van de eerste ingebrekestelling;

-de Commissie in alle kosten van het geding te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster, een vennootschap naar Belgisch recht die gespecialiseerd is in de invoer in de Gemeenschap van diepgevroren visserijprodukten uit China, vordert vergoeding van de schade die zij stelt te hebben geleden door de onmiddellijke inwerkingtreding, zonder overgangsperiode voor de producten waarop de op de datum van bekendmaking lopende contracten betrekking hadden, van beschikking 2000/86/EG van de Commissie van 21 december 1999 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van visserijproducten van oorsprong uit China en tot intrekking van beschikking 87/368/EG.1 In bijlage B bij die beschikking werd de lijst van de Chinese inrichtingen die visserijproducten naar de Gemeenschap mogen uitvoeren, fundamenteel gewijzigd, zodat bijna alle leveranciers waarmee verzoekster haar contracten had gesloten, er niet meer op voorkwamen.

In de periode van september 1999 tot januari 2000 sloot verzoekster met verschillende Chinese leveranciers een serie koopcontracten voor een reeks containers met diepgevroren garnalen met een aankoopwaarde van meer dan 2 000 000 USD. Al die contracten bepaalden, dat de producten tussen eind september 1999 en midden april 2000 moesten worden ingescheept.

Tot staving van haar aanspraken beroept verzoekster zich op:

-een fout van de Commissie, die beschikking 2000/86/EG pas op 2 februari 2000 heeft bekendgemaakt, terwijl die beschikking onmiddellijk toepasselijk was en dus onverwijld, dat wil zeggen uiterlijk op 22 december 1999, had moeten worden bekendgemaakt om de marktdeelnemers in staat te stellen, alle dienstige maatregelen te treffen om hun schade te beperken;

-schending van het beginsel van het gewettigd vertrouwen;

-schending van het evenredigheidsbeginsel, doordat de Commissie zelf enerzijds bij beschikking 2000/300/EG van 18 april 2000 houdende wijziging van beschikking 2000/86/EG2, overgangsmaatregelen heeft ingevoerd, en anderzijds op 11 september 2000 een nieuwe lijst heeft gepubliceerd, waarbij de leverancier waarvan de in de vernietigde koopcontracten bedoelde producten afkomstig waren, opnieuw als erkende inrichting werd aanvaard.

VDS/bs

____________

1 - (PB L 26 van 2 februari 2000, blz. 26.

2 - (PB L 97 van 19 april 2000, blz. 15.