Language of document :

Mededeling in het PB

 

ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

van 30 november 2004

in zaak T-168/02, IFAW Internationaler Tierschutz-Fonds GmbH tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen1

[Beroep tot nietigverklaring - Toegang tot documenten - Verordening (EG) nr. 1049/2001 - Artikel 4, lid 5 - Niet-openbaarmaking van document van lidstaat zonder voorafgaande toestemming van deze lidstaat]

(Procestaal: Engels)

In zaak T-168/02, IFAW Internationaler Tierschutz-Fonds GmbH, voorheen Internationaler Tierschutz-Fonds (IFAW) GmbH, gevestigd te Hamburg (Duitsland), vertegenwoordigd door S. Crosby, solicitor, ondersteund door Koninkrijk der Nederlanden (gemachtigden: H. Sevenster, S. Terstal, N. Bel en C. Wissels, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), door Koninkrijk Zweden (gemachtigden: A. Kruse en K. Wistrand, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), en door Koninkrijk Denemarken (gemachtigden: aanvankelijk J. Bering Liisberg en vervolgens J. Molde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: C. Docksey en P. Aalto, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), ondersteund door Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, vertegenwoordigd door R. Caudwell als gemachtigde en door M. Hoskins, barrister, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), betreffende een verzoek tot nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 26 maart 2002 waarbij verzoekster krachtens artikel 4, lid 5, van verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43), toegang tot bepaalde documenten betreffende de statuswijziging van een beschermd gebied wordt geweigerd, heeft het Gerecht (Vijfde kamer - uitgebreid), samengesteld als volgt: P. Lindh, kamerpresident, R. García-Valdecasas, J. D. Cooke, P. Mengozzi en M. E. Martins Ribeiro, rechters, griffier: D. Christensen, administrateur, op 30 november 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

Het beroep wordt verworpen.

Verzoekster zal haar eigen kosten alsmede die van de Commissie dragen.

Het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk Zweden, het Koninkrijk Denemarken en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland zullen hun eigen kosten dragen.

____________

1 - PB C 202 van 24.8.2002.