Language of document : ECLI:EU:T:2004:346

Zaak T‑168/02

IFAW Internationaler Tierschutz-Fonds gGmbH

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Beroep tot nietigverklaring – Toegang tot documenten – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Artikel 4, lid 5 – Niet-openbaarmaking van document van lidstaat zonder voorafgaande toestemming van deze staat”

Samenvatting van het arrest

1.      Europese Gemeenschappen – Instellingen – Recht van toegang van publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op recht van toegang tot documenten – Documenten afkomstig van derden en documenten afkomstig van lidstaat – Verschillende behandeling van verzoeken om toegang – Bevoegdheid van lidstaat om instelling te verzoeken documenten niet openbaar te maken – Verplichting van instelling om ze niet openbaar te maken zonder voorafgaande toestemming

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, leden 4 en 5)

2.      Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beschikking houdende weigering van toegang tot van lidstaat afkomstige documenten na verzoek van lidstaat om deze niet openbaar te maken

(Art. 253 EG; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 5)

1.      Ingevolge artikel 4, lid 4, van de verordening nr. 1049/2001 betreffende de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, zijn de instellingen verplicht de derde, auteur van het document waartoe toegang wordt gevraagd, te raadplegen teneinde te bepalen of een van de in voormeld artikel 4, leden 1 en 2, bedoelde uitzonderingen van toepassing is, tenzij duidelijk is dat het document wel of niet openbaar moet worden gemaakt. Derhalve vormt de raadpleging van de betrokken derde in de regel een voorwaarde om te bepalen of de in artikel 4, leden 1 en 2, van de verordening bedoelde uitzonderingen in het geval van documenten van derden van toepassing zijn.

Volgens artikel 4, lid 5, van genoemde verordening daarentegen, dat verklaring nr. 35 gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Amsterdam overneemt, heeft in geval van een van een lidstaat afkomstig document dat in bezit is van een instelling, de lidstaat de bevoegdheid, die instelling te verzoeken dat document niet openbaar te maken, in welk geval de instelling verplicht is dit niet openbaar te maken zonder zijn voorafgaande toestemming. Een verzoek van de lidstaat op basis van dit artikel vormt derhalve een bevel aan de instelling om het desbetreffende document niet openbaar te maken.

(cf. punten 55, 57‑58)

2.      De beperkingen die artikel 4, lid 5, van verordening nr. 1049/2001 betreffende de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie stelt aan de toegang tot van een lidstaat afkomstige documenten die in het bezit zijn van een lidstaat, doen niet af aan de verplichting van de instelling, de afwijzing van het verzoek om toegang tot documenten waarvan de lidstaat de niet-openbaarmaking heeft gevraagd, afdoende te motiveren. Deze instelling hoeft echter de redenen waarom de lidstaat om niet-openbaarmaking heeft verzocht, niet uiteen te zetten, daar de lidstaat zelf zijn verzoek niet hoeft te motiveren.

(cf. punten 59, 72)