Language of document : ECLI:EU:F:2009:134

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

(Eerste kamer)

7 oktober 2009

Zaak F‑122/07

Luigi Marcuccio

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Openbare dienst – Ambtenaren – Verzoek om onderzoek – Weigering van instelling om besluit in door verzoeker gekozen taal te vertalen – Kennelijke niet-ontvankelijkheid – Beroep kennelijk rechtens ongegrond”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA, waarbij Marcuccio primair verzoekt om nietigverklaring van het besluit van de Commissie houdende afwijzing van zijn verzoek om een onderzoek te verrichten naar een aantal incidenten waarmee hij werd geconfronteerd in de jaren 2001 en 2003, en, subsidiair, om veroordeling van de Commissie tot betaling van een schadevergoeding aan hem.

Beslissing: Het door verzoeker ingestelde beroep wordt deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk rechtens ongegrond verklaard. Verzoeker wordt verwezen in de kosten.

Samenvatting

Openbare dienst – Op administratie rustende zorgplicht – Verplichting om aan ambtenaar gericht individueel besluit op te stellen in taal die deze grondig beheerst

(Art. 21 EG; Handvest van de grondrechten, art. 41, lid 4; reglement van orde van Commissie, bijlage, punt 4)

Op grond van hun zorgplicht staat het aan de instellingen om een aan een ambtenaar gericht individueel besluit op te stellen in een taal die deze grondig beheerst.

Noch uit artikel 21, derde alinea, EG, noch uit punt 4 van de Bestuurlijke gedragscode, noch uit artikel 41, lid 4, van het Handvest van de grondrechten volgt dat elk door een gemeenschapsinstelling aan een van haar ambtenaren gericht besluit moet worden opgesteld in de taal waarin de oorspronkelijke correspondentie is gevoerd. Deze bepalingen zijn namelijk op de betrekkingen tussen de instellingen en hun functionarissen enkel van toepassing wanneer deze in hun hoedanigheid van burgers van de Unie, en niet wanneer deze als ambtenaren of andere functionarissen van de Gemeenschappen een tekst aan de instellingen richten. Indien de instellingen in alle gevallen verplicht zouden zijn om een verzoek van een ambtenaar te beantwoorden in dezelfde taal als die welke in dat verzoek is gebruikt, dan zou dat voor de instellingen tot onoverkomelijke moeilijkheden leiden.

(cf. punten 60‑65)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: 23 maart 2000, Rudolph/Commissie, T‑197/98, JurAmbt. blz. I‑A‑55 en II‑241, punt 46; 7 februari 2001, Bonaiti Brighina/Commissie, T‑118/99, JurAmbt. blz. I‑A‑25 en II‑97, punt 13; 17 mei 2006, Lavagnoli/Commissie, T‑95/04, JurAmbt. blz. I‑A‑2‑121 en II‑A‑2‑569, punt 48

Gerecht voor ambtenarenzaken: 13 december 2007, Duyster/Commissie, F‑51/05 en F‑18/06, JurAmbt. blz. I‑A‑1‑0000 en II‑A‑1‑0000, punten 58 en 59