Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curte de Apel Oradea (Roemenië) op 1 april 2016 – Ruxandra Paula Andriciuc și alții/Banca Românească SA

(Zaak C-186/16)

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Curte de Apel Oradea

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Ruxandra Paula Andriciuc e.a.

Verwerende partij: Banca Românească SA

Prejudiciële vragen

Moet artikel 3, lid 1, van richtlijn 93/131 aldus worden uitgelegd dat de aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen strikt moet worden beoordeeld aan de hand van de situatie ten tijde van sluiten van de overeenkomst of valt daaronder ook het geval waarin de prestatie van een consument tijdens de uitvoering van een duurovereenkomst als gevolg van aanzienlijke schommelingen van de wisselkoers onredelijk bezwarend is geworden ten opzichte van de situatie ten tijde van sluiten van de overeenkomst?

Moet de duidelijkheid en begrijpelijkheid van een beding in een overeenkomst in de zin van artikel 4, lid 2, van richtlijn 93/13 aldus worden opgevat dat dit beding enkel de redenen die ten grondslag liggen aan de opname ervan in de overeenkomst en het werkingsmechanisme hoeft te bevatten, of moet het ook alle mogelijke gevolgen ervan illustreren die kunnen leiden tot een variatie van de door de consument betaalde prijs, bijvoorbeeld het koersrisico, en kan in het licht van richtlijn 93/13/EEG worden aangenomen dat de plicht van de bank om de cliënt op het moment van de kredietverlening voor te lichten uitsluitend betrekking heeft op de voorwaarden van het krediet, namelijk de rente, de commissies en de zekerheden ten laste van de kredietnemer, maar de mogelijke appreciatie of depreciatie van een buitenlandse munt niet onder deze informatieplicht valt?

Moet artikel 4, lid 2, van richtlijn 93/13/EEG aldus worden uitgelegd dat de uitdrukkingen „eigenlijk voorwerp van de overeenkomst” en „gelijkwaardigheid van enerzijds de prijs of vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren goederen of te verrichten diensten” een beding omvatten dat is opgenomen in een kredietovereenkomst in vreemde valuta tussen een verkoper en een consument waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, krachtens hetwelk het krediet in dezelfde valuta moet worden terugbetaald?

____________

1 Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB 1993, L 95, blz. 29).