Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 18 december 2013 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 23 oktober 2013 in zaak F-93/12, D’Agostino / Commissie

(Zaak T-670/13 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J. Currall en G. Gattinara, gemachtigden)

Andere partij in de procedure: Luigi D’Agostino (Luxemburg, Luxemburg)

Conclusies

De rekwirerende partij verzoekt het Gerecht:

het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 23 oktober 2013 in zaak F-93/12, D’Agostino/Commissie, te vernietigen;

het door D’Agostino in zaak F-93/12 ingestelde beroep ongegrond te verklaren;

te beslissen dat elke partij haar eigen kosten van deze procedure zal dragen;

D’Agostino te veroordelen in de kosten van de procedure voor het Gerecht voor ambtenarenzaken;

de procedure op te schorten totdat het arrest in zaak T-368/12 P, Commissie/Macchia, zal zijn gewezen.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert de rekwirerende partij drie middelen aan.

Eerste middel, ontleend aan een inhoudelijke fout en een verkeerde opvatting van de feiten, doordat het Gerecht voor ambtenarenzaken (GVA) zijn arrest van 13 juni 2012, Macchia/Commissie (F-63/11, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie), heeft toegepast op de situatie van een arbeidscontractant die niet om verlenging van zijn overeenkomst heeft verzocht.

Tweede middel, ontleend aan verkeerde rechtsopvattingen, onderverdeeld in drie onderdelen gebaseerd op:

een verkeerde uitlegging van artikel 3 bis van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (RAP) (betreffende de punten 56-58 van het bestreden arrest);

een juridische fout bij de definitie van de verhoudingen tussen het dienstbelang en het legaliteitsbeginsel (betreffende punt 63 van het bestreden arrest);

een schending van de grenzen van de rechterlijke controle van het GVA en het feit dat het GVA ultra vires heeft beslist (betreffende de punten 59, 60 en 63).

Derde middel, ontleend aan schending van de motiveringsplicht (betreffende de punten 57 en 59 van het bestreden arrest).