Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 22 januari 2002 ingesteld door adidas International B.V., Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (Rabobank Nederland), DSM Finance B.V., DTG Finance B.V., Heineken N.V., ING Verzekeringen N.V., Koninklijke Ahold N.V., Landis Group International B.V., Unilever N.V. en Wolters Kluwer N.V. tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak 9/02)

    (procestaal Nederlands)

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 21 januari 2002 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door adidas International B.V., gevestigd te Amsterdam, door Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (Rabobank Nederland), gevestigd te Amsterdam, door DSM Finance B.V., gevestigd te Heerlen (Nederland), door DTG Finance B.V., gevestigd te Den Haag, door Heineken N.V., gevestigd te Amsterdam, door ING Verzekeringen N.V., gevestigd te Den Haag, door Koninklijke Ahold N.V., gevestigd te Zaandam (Nederland), door Landis Group International B.V., gevestigd te Utrecht (Nederland), door Unilever N.V., gevestigd te Rotterdam (Nederland) en door Wolters Kluwer N.V., gevestigd te Amsterdam, allen vertegenwoordigd door mr. E.H. Pijnacker Hordijk en mr. S.B. Noë.

Verzoekende partijen concluderen dat het het Gerecht behage:

listnum "WP List 1" \l 1de beschikking van de Commissie van 11 juli 2001 tot inleiding van de procedure van artikel 88 lid 2 EG ten aanzien van steunmaatregel C 51/2001 (ex NN 48/2000) - Internationale financieringsactiviteiten nietig te verklaren;

listnum "WP List 1" \l 1de Commissie te verwijzen in haar eigen kosten en die van verzoeksters.

Middelen en voornaamste argumenten

In de bestreden beslissing opent de Commissie een onderzoeksprocedure wegens nieuwe staatssteun ten aanzien van de Nederlandse fiscale wetgeving inzake internationale concernfinancieringsactiviteiten (CFA-regime). Verzoekers betwisten in het huidige verzoekschrift dat het om nieuwe steun zou gaan.

Verzoekers beroepen zich op een schending van artikel 88 EG verdrag en van verordening 659/1999 doordat de Commissie de procedure betreffende bestaande steunregelingen had moeten inleiden in plaats van de procedure voor nieuwe steun. Volgens verzoekster is de Commissie pas na de invoering van het,CFA-regime in 1997, dergelijke maatregelen als steun gaan beschouwen. Verzoekster verwijst hiervoor naar de opmerkingen van de Commissie van 1984 en 1987 naar aanleiding van de notificatie van een gelijkaardig systeem door de Belgische regering, evenals het feit dat het Belgische systeem momenteel onderzocht wordt volgens de procedure voor bestaande steun.

Verder schendt, volgens verzoekster, de bestreden beslissing het gelijkheidsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel. De kwalificatie van de maatregel als nieuwe staatssteun is bovendien onvoldoende gemotiveerd.

____________