Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 6 juni 2006 - Girardot / Commissie
("Openbare dienst - Tijdelijk functionaris - Onwettige afwijzing van sollicitatie - Nietigverklaring - Herstel van situatie vóór onwettigheid - Billijke geldelijke vergoeding - Verlies van kans om te begeven ambt te bekleden - Beoordeling ex aequo et bono")
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekster: Marie-Claude Girardot (L'Haÿ-les-Roses, Frankrijk) (vertegenwoordigers: N. Lhoëst en É. Schietere de Lophem, advocaten)
Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: aanvankelijk F. Clotuche-Duvieusart, L. Lozano Palacios en H. Tserepa-Lacombe, vervolgens F. Clotuche-Duvieusart en H. Tserepa-Lacombe, gemachtigden)
Voorwerp
Vaststelling van het bedrag van de billijke geldelijke vergoeding die de Commissie aan Girardot verschuldigd is op grond van het arrest van het Gerecht van 31 maart 2004, Girardot/Commissie (T-10/02, JurAmbt. blz. I-A-109 en II-483)
Dictum
De geldelijke vergoeding die de Commissie aan Marie-Claude Girardot verschuldigd is op grond van het arrest van het Gerecht van 31 maart 2004, Girardot/Commissie (T-10/02) wordt bepaald op 92 785 EUR, te vermeerderen met rente vanaf 6 september 2004 tegen de door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties, vermeerderd met twee procentpunten.
De Commissie wordt verwezen in de kosten.
____________1 - PB C 68 van 16.3.2002.