Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 3 juli 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof - Duitsland) - UsedSoft GmbH / Oracle International Corp.

(Zaak C-128/11)

(Rechtsbescherming van computerprogramma's - Verhandeling van gebruikte licenties voor computerprogramma's door downloaden van internet - Richtlijn 2009/24/EG - Artikelen 4, lid 2, en 5, lid 1 - Uitputting van distributierecht - Begrip "rechtmatige verkrijger")

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: UsedSoft GmbH

Verwerende partij: Oracle International Corp.

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - Bundesgerichtshof - Uitlegging van artikel 4, lid 2, eerste alinea, en artikel 5, lid 1, van richtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma's (PB L 111, blz. 16) - Downloaden van internet, op basis van een softwarelicentie en met toestemming van de rechthebbende, van kopieën van computerprogramma's op een gegevensdrager - Mogelijke kwalificatie van deze verrichting als verrichting waardoor het distributierecht van de rechthebbende voor de gedownloade kopieën vervalt - Verhandeling van "tweedehandse" softwarelicenties voor programma's die eerste verkrijger van internet heeft gedownload - Begrip "rechtmatige verkrijger"

Dictum

Artikel 4, lid 2, van richtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma's, moet aldus worden uitgelegd dat het distributierecht voor een kopie van een computerprogramma is uitgeput indien de houder van het auteursrecht die het - mogelijkerwijs kosteloos - downloaden van die kopie van internet op een gegevensdrager heeft toegestaan, tegen betaling van een prijs waardoor hij een met de economische waarde van de kopie van het hem toebehorende werk overeenstemmende vergoeding kan ontvangen, tevens een gebruiksrecht voor die kopie zonder beperking in de tijd heeft verleend.

De artikelen 4, lid 2, en 5, lid 1, van richtlijn 2009/24 moeten aldus worden uitgelegd dat in geval van wederverkoop van een gebruikslicentie die de wederverkoop van een van de website van de houder van het auteursrecht gedownloade kopie van een computerprogramma met zich brengt, welke licentie aanvankelijk aan de eerste verkrijger door die rechthebbende zonder beperking in de tijd was toegekend tegen betaling van een prijs waarmee deze laatste een met de economische waarde van die kopie van zijn werk overeenstemmende vergoeding moest kunnen ontvangen, de tweede en iedere latere verkrijger van die licentie zich op uitputting van het distributierecht op grond van artikel 4, lid 2, van die richtlijn kunnen beroepen en bijgevolg kunnen worden beschouwd als rechtmatige verkrijgers van een kopie van een computerprogramma in de zin van artikel 5, lid 1, van die richtlijn en het in deze laatste bepaling bedoelde reproductierecht hebben.

____________

1 - PB C 194 van 2.7.2011.