Language of document :

Arrest van het Gerecht van 19 mei 2010 - Boliden e.a./Commissie

(Zaak T-19/05)1

("Mededinging - Mededingingsregelingen - Sector koperen afvoerbuizen - Beschikking houdende vaststelling van inbreuk op artikel 81 EG - Voortdurende en veelvoudige inbreuk - Geldboeten - Verjaring - Medewerking")

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Boliden AB (Stockholm, Zweden); Outokumpu Copper Fabrication AB, voorheen Boliden Fabrication AB (Västerås, Zweden); Outokumpu Copper BCZ SA, voorheen Boliden Cuivre & Zinc SA (Luik, België) (vertegenwoordigers: aanvankelijk C. Wetter en O. Rislund, vervolgens C. Wetter en M. Johansson, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: É. Gippini Fournier en S. Noë, gemachtigden)

Voorwerp

In de eerste plaats, een beroep tot nietigverklaring van artikel 1, sub a tot en met c, van beschikking C(2004) 2826 van de Commissie van 3 september 2004 in een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/E-1/38.069 - Koperen leidingbuizen), voor zover daarbij is vastgesteld dat verzoeksters van 1 juli 1995 tot en met 27 augustus 1998 en van 10 december 1998 tot en met 7 oktober 1999 aan een inbreuk hebben deelgenomen, in de tweede plaats, een verzoek tot verlaging van de bij deze beschikking aan verzoeksters opgelegde geldboete, en in de derde plaats, een reconventionele vordering van de Commissie tot verhoging van deze geldboete

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

De reconventionele vordering van de Europese Commissie wordt afgewezen.

Boliden AB, Outokumpu Copper Fabrication AB en Outokumpu Copper BCZ SA dragen hun eigen kosten en 90 % van de kosten van de Commissie.

De Commissie draagt 10 % van haar eigen kosten.

____________

1 - PB C 82 van 2.4.2005.