Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 19 mei 2010 – Outokumpu en Luvata/Commissie
(Zaak T‑20/05)
„Mededinging – Mededingingsregelingen – Sector koperen afvoerbuizen –Beschikking houdende vaststelling van inbreuk op artikel 81 EG – Geldboeten – Omvang van betrokken markt – Verzwarende omstandigheid – Recidive”
1. Procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in loop van geding – Voorwaarden (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, en 48, lid 2) (cf. punten 57‑58)
2. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Bepaling – Criteria – Zwaarte van inbreuk – Verzwarende omstandigheden – Recidive (Art. 65 KS; art. 81 EG; verordening nr. 17 van de Raad, art. 15, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 2) (cf. punten 61‑63)
3. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Bepaling – Criteria – Zwaarte van inbreuk – Verzwarende omstandigheden – Recidive (Verordening nr. 17 van de Raad, art. 15, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 2) (cf. punten 69‑70)
4. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Bepaling – Criteria – Zwaarte van inbreuk – Omvang van markt voor betrokken producten – Inaanmerkingneming (Verordening nr. 17 van de Raad, art. 15, lid 2) (cf. punt 77)
Voorwerp
| Beroep tot intrekking of verlaging van de geldboete die aan verzoeksters zijn opgelegd in artikel 2, sub j, van beschikking C(2004) 2826 van de Commissie van 3 september 2004 inzake een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak nr. COMP/E-1/38.069 – Koperen leidingbuizen) |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Outokumpu Oyj en Luvata Oy worden verwezen in de kosten. |