Language of document :

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 25 april 2024 – Europese Commissie / Republiek Polen

(Zaak C-147/23)1

[Niet-nakoming – Artikel 258 VWEU – Bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden – Richtlijn (EU) 2019/1937 – Geen omzetting in nationaal recht en geen mededeling van omzettingsmaatregelen – Artikel 260, lid 3, VWEU – Verzoek tot veroordeling tot betaling van een forfaitaire som en een dwangsom per dag – Criteria voor de vaststelling van de hoogte van de sanctie – Automatische toepassing van een coëfficiënt voor de ernst van de inbreuk – Vaststelling van de financiële draagkracht van de lidstaat – Demografisch criterium

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J. Baquero Cruz en M. Owsiany-Hornungz, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde)

Dictum

De Republiek Polen is, door bij het verstrijken van de termijn die is gesteld in het met redenen omkleed advies van de Europese Commissie van 15 juli 2022 niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen te hebben vastgesteld die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden, en door deze bepalingen dus niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens artikel 26, leden 1 en 3, van deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

De Republiek Polen heeft in haar niet-nakoming volhard doordat zij op de datum waarop het Hof de feiten heeft onderzocht niet de nodige maatregelen had getroffen om de bepalingen van richtlijn 2019/1937 om te zetten in haar nationale recht, en bijgevolg deze maatregelen evenmin aan de Commissie had meegedeeld.

De Republiek Polen wordt veroordeeld tot betaling aan de Europese Commissie van:

een forfaitaire som van 7 000 000 EUR;

ingeval de in punt 1 van het dictum vastgestelde niet-nakoming voortduurt op de datum van uitspraak van het onderhavige arrest, een dwangsom van 40 000 EUR per dag vanaf die datum totdat die lidstaat een einde maakt aan deze niet-nakoming.

De Republiek Polen wordt verwezen in haar eigen kosten en in die van de Europese Commissie.

____________

1 PB C 155 van 2.5.2023.