Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 18 december 2001 ingesteld door Yassin Abdullah Kadi tegen Raad van de Europese Unie en Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-315/01)

    (Procestaal: Engels)

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 18 december 2001 beroep tegen Raad van de Europese Unie en Commissie van de Europese Gemeenschappen ingesteld door Yassin Abdullah Kadi, vertegenwoordigd door D. Pannick, QC, P. Saini, barrister, en G. Martin en A. Tudor (Peter Carter-Ruck & Partners), te Londen (Verenigd Koninkrijk).

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

( verordening (EG) nr. 2062/2001 van de Commissie van 19 oktober 2001 en verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad van 6 maart 2001 nietig te verklaren voorzover zij op hem betrekking hebben, en in dit verband een bevel tot intrekking te geven;

( de Raad en/of de Commissie te verwijzen in de kosten van verzoeker.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker, een Saoediër met grote financiële belangen in de Europese Unie, komt op tegen verordening (EG) nr. 2062/2001 van de Commissie van 19 oktober 2001 houdende de derde wijziging van verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan en tot intrekking van verordening (EG) nr. 337/20001, voorzover verzoeker daarbij is geplaatst op de lijst van bijlage I bij verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad. Bij artikel 2, lid 1, van verordening nr. 467/2001 worden alle tegoeden die eigendom zijn van door het sanctiecomité Taliban van de Verenigde Naties aangewezen personen bevroren.

Ter ondersteuning van zijn vorderingen betoogt verzoeker dat de betrokken maatregelen:

( inbreuk maken op het eigendomsrecht, dat in de communautaire rechtsorde als grondrecht wordt beschermd;

( de Raad en de Commissie machtigen zijn tegoeden te bevriezen zonder hem te horen en deze bevriezing te handhaven zonder hem de mogelijkheid te bieden opmerkingen te maken om hen ervan te overtuigen zijn tegoeden vrij te geven;

( hem, in strijd met het communautaire rechtsbeginsel van effectieve rechterlijke controle, geen rechtsmiddel bieden waarmee hij tegen de beslissing om hem op de betrokken lijst te plaatsen kan opkomen bij een onafhankelijke rechterlijke instantie die het bewijsmateriaal voor de inbreuk op zijn rechten onderzoekt.

Volgens verzoeker zou een onafhankelijke beoordeling door de gemeenschapsinstellingen of door een rechterlijke instantie van het bewijsmateriaal voor het bevriezen van zijn tegoeden, aantonen dat er geen grondslag is voor hetgeen hem ten laste wordt gelegd.

C

____________

1 - PB L 277, van 20 oktober 2001, blz. 25.