Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 8 augustus 2003 ingesteld door Paul Ceuninck tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-282/03)

    Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 8 augustus 2003 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door Paul Ceuninck, wonende te Hertsberge (België), vertegenwoordigd door G. Vandersanden en A. Finchelstein, advocaten.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

(de gehele selectieprocedure naar aanleiding van kennisgeving van vacature COM/051/02 en deze kennisgeving zelf, nietig te verklaren;

(het besluit van het TABG van 13 september 2002 houdende aanstelling van een andere persoon, en bijgevolg ook het besluit tot afwijzing van verzoekers sollicitatie naar dat ambt, nietig te verklaren;

(de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker heeft gesolliciteerd naar een vacant ambt van adviseur bij het Europees Bureau voor Fraudebestrijding. Zijn sollicitatie werd afgewezen.

Tot staving van zijn beroep voert verzoeker aan: schending van artikel 7, lid 1, van het statuut, misbruik van bevoegdheid en van procedure, kennelijk onjuiste beoordeling, schending van wezenlijke vormvoorschriften bij het opstellen van de kennisgeving van vacature, schending van het beginsel van de organieke onpartijdigheid en van de zorgplicht, schending van deel 1, punt 2, van de beschikking van de Commissie van 21 december 2000, schending van de rechten van de verdediging, met name van het recht om te worden gehoord, het beginsel van "equality of arms", het gelijkheidsbeginsel, het zorgbeginsel, het beginsel van goed beheer, het beginsel dat ambtenaren recht hebben op ontwikkeling van een loopbaan, en van het motiveringsbeginsel. Ten slotte voert verzoeker aan dat de directeur-generaal van het OLAF niet bevoegd is om zich over de klacht uit te spreken en deze af te wijzen.

____________