Language of document : ECLI:EU:C:2021:1021

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer)

16 december 2021 (*)

„Prejudiciële verwijzing – Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 – Regeling inzake areaalgebonden steun – Een enkele areaalbetaling – Subsidiabiliteitscriteria – Overeenkomst voor de concessie van landbouwgrond – Wijziging van gebruik van deze grond zonder instemming van de concessiegever – Gebruik voor landbouwdoeleinden van arealen bestemd voor viskweek – Verschil tussen het aangegeven areaal en het geconstateerde areaal – Te hoge aangifte – Administratieve sancties”

In zaak C‑225/20,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Curte de Apel Constanţa (rechter in tweede aanleg Constanţa, Roemenië) bij beslissing van 7 mei 2020, ingekomen bij het Hof op 29 mei 2020, in de procedure

Euro Delta Danube SRL

tegen

Agenția de Plăți și Intervenție pentru Agricultură – Centrul Judeţean Tulcea,

wijst

HET HOF (Zesde kamer),

samengesteld als volgt: L. Bay Larsen (rapporteur), vicepresident van het Hof, waarnemend voor de president van de Zesde kamer, N. Jääskinen en M. Safjan, rechters,

advocaat-generaal: P. Pikamäe,

griffier: A. Calot Escobar,

gezien de stukken,

gelet op de opmerkingen van:

–        de Roemeense regering, vertegenwoordigd door E. Gane en A. Wellman als gemachtigden,

–        de Europese Commissie, vertegenwoordigd door G.‑D. Balan en A. Sauka als gemachtigden,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1        Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 2, lid 1, punt 23, en artikel 19 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden (PB 2014, L 181, blz. 48), zoals gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) 2016/1393 van de Commissie van 4 mei 2016 (PB 2016, L 225, blz. 41) (hierna: „verordening nr. 640/2014”).

2        Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Euro Delta Danube SRL en de Agenţia de Plăţi şi Intervenţie pentru Agricultură – Centrul Judeţean Tulcea (agentschap voor betalingen en interventies in de landbouw – provinciaal centrum Tulcea, Roemenië; hierna: „APIA”) over de weigering van de APIA om een enkele areaalbetaling aan Euro Delta Danube toe te kennen.

 Toepasselijke bepalingen

 Unierecht

 Verordening nr. 1306/2013

3        Artikel 63, leden 1 en 2, van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB 2013, L 347, blz. 549) bepaalt:

„1.      Wanneer een begunstigde niet blijkt te voldoen aan de subsidiabiliteitscriteria, de normen of andere verplichtingen die verbonden zijn aan de voorwaarden voor de toekenning van de bijstand of steun waarin de sectorale landbouwwetgeving voorziet, wordt de steun niet betaald of geheel of gedeeltelijk ingetrokken en worden, naargelang het geval, de desbetreffende betalingsrechten als bedoeld in artikel 21 van verordening (EU) nr. 1307/2013 [van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB 2013, L 347, blz. 608)] niet toegewezen of ingetrokken.

2.      Daarnaast leggen de lidstaten, in de in de sectorale landbouwwetgeving voorgeschreven gevallen, administratieve sancties op [...].”

 Verordening nr. 1307/2013

4        Overweging 4 van verordening nr. 1307/2013 luidt:

„Er moet worden verduidelijkt dat verordening [nr. 1306/2013] en de uit hoofde van die verordening vastgestelde bepalingen op de maatregelen van deze verordening van toepassing dienen te zijn. [...]”

5        Artikel 4 van verordening nr. 1307/2013 bepaalt:

„1.      In deze verordening wordt verstaan onder:

[...]

c)      ‚landbouwactiviteit’:

i)      landbouwproducten produceren, fokken of telen, [...],

[...]

[...]

e)      ‚landbouwareaal’: om het even welke grond die wordt gebruikt als bouwland, als blijvend grasland en blijvend weiland, of voor blijvende teelten;

f)      ‚bouwland’: grond die voor de teelt van gewassen wordt gebruikt of daarvoor beschikbaar is, maar braak ligt, [...];

[...]”

6        Artikel 32, lid 2, van deze verordening bepaalt:

„In deze titel wordt onder ‚subsidiabele hectare’ verstaan:

a)      ieder landbouwareaal van het bedrijf, met inbegrip van areaal dat op 30 juni 2003 niet in goede landbouwconditie verkeerde in de lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden en bij die toetreding ervoor hebben gekozen de regeling inzake een enkele areaalbetaling toe te passen, dat wordt gebruikt voor een landbouwactiviteit of dat, indien het areaal ook voor niet-landbouwactiviteiten wordt gebruikt, overwegend voor landbouwactiviteiten wordt gebruikt; [...]

[...]”

 Gedelegeerde verordening nr. 640/2014

7        De overwegingen 2 en 19 van gedelegeerde verordening nr. 640/2014 luiden:

„(2)      Er moeten in het bijzonder voorschriften tot aanvulling van bepaalde niet-essentiële onderdelen van verordening [nr. 1306/2013] worden vastgesteld die betrekking hebben op de werking van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (‚geïntegreerd systeem’), op de termijnen voor de indiening van een steunaanvraag of een betalingsaanvraag, op de voorwaarden voor een gehele of gedeeltelijke intrekking van steun en de gehele of gedeeltelijke intrekking van onverschuldigde steun of bijstand en de bepaling van administratieve sancties bij niet-naleving van de voorwaarden voor steun in het kader van de bij verordening [nr. 1307/2013] ingestelde regelingen [...].

[...]

(19)      Bij de vaststelling van administratieve sancties moet rekening worden gehouden met [...] de bijzondere kenmerken van de verschillende steunregelingen wat betreft de subsidiabiliteitscriteria, verbintenissen en andere verplichtingen [...]. De administratieve sancties in het kader van de onderhavige verordening moeten ontradend genoeg worden geacht om een opzettelijke niet-naleving te ontmoedigen.”

8        Artikel 2 van gedelegeerde verordening nr. 640/2014, met als opschrift „Definities”, bepaalt in lid 1, punt 23, het volgende:

„[...]

Daarnaast zijn de volgende definities van toepassing:

[...]

(23)      „geconstateerd areaal”:

a)      bij areaalgebonden steunregelingen: het areaal waarvoor is voldaan aan alle subsidiabiliteitscriteria of andere verplichtingen die verband houden met de voorwaarden voor de verlening van de steun, ongeacht het aantal betalingsrechten waarover de begunstigde beschikt, [...]

[...]”

9        Artikel 17, lid 1, van deze verordening luidt:

„Voor de toepassing van de onderhavige afdeling worden, waar dat relevant is, de volgende gewasgroepen onderscheiden:

a)      arealen die worden aangegeven met het oog op de activering van betalingsrechten in het kader van de basisbetalingsregeling of met het oog op de toekenning van de enkele areaalbetaling;

[...]”

10      Artikel 18, lid 6, eerste alinea, van deze verordening bepaalt:

„Onverminderd administratieve sancties overeenkomstig artikel 19 geldt voor steunaanvragen en/of betalingsaanvragen in het kader van areaalgebonden steunregelingen en/of bijstandsmaatregelen dat, indien het aangegeven areaal groter is dan het voor een in artikel 17, lid 1, bedoelde gewasgroep geconstateerde areaal, de steun wordt berekend op basis van het voor die gewasgroep geconstateerde areaal.”

11      Artikel 19 van deze verordening luidt als volgt:

„1.      Indien voor een in artikel 17, lid 1, bedoelde gewasgroep het areaal dat in het kader van een areaalgebonden steunregeling of bijstandsmaatregel is aangegeven, groter is dan het overeenkomstig artikel 18 geconstateerde areaal, wordt de steun berekend op basis van het geconstateerde areaal, [...].

[...]

2.      Bedraagt het verschil meer dan 50 % van het geconstateerde areaal, dan wordt voor de betrokken gewasgroep geen areaalgebonden steun of bijstand verleend. Bovendien wordt de begunstigde een extra sanctie opgelegd die gelijk is aan het bedrag aan steun of bijstand dat overeenstemt met het verschil tussen het aangegeven areaal en het overeenkomstig artikel 18 geconstateerde areaal.

[...]”

 Roemeens recht

 OUG nr. 3/2015

12      Ordonanța de urgență a Guvernului nr. 3/2015 pentru aprobarea schemelor de plăți care se aplică în agricultură în perioada 2015‑2020 și pentru modificarea articolului 2 din Legea nr. 36/1991 privind societățile agricole și alte forme de asociere în agricultură (noodverordening nr. 3/2015 van de regering houdende goedkeuring van de betalingsregelingen in de landbouw voor de periode 2015‑2020 en tot wijziging van artikel 2 van wet nr. 36/1991 betreffende landbouwvennootschappen en andere samenwerkingsverbanden in de landbouw) van 18 maart 2015 (Monitorul Oficial al României, nr. 191 van 23 maart 2015), in de versie die van toepassing is in het hoofdgeding (hierna: „OUG nr. 3/2015”), bepaalt in artikel 2:

„1.      Voor de toepassing van deze noodverordening gelden de volgende definities:

[...]

n)      landbouwareaal: om het even welke grond die wordt gebruikt als bouwland, als blijvend grasland en blijvend weiland, of voor blijvende teelten;

o)      bouwland: grond die voor de teelt van landbouwproducten wordt gebruikt of daarvoor beschikbaar is, maar braak ligt, ongeacht of die grond zich onder een kas, een fotovoltaïsche kas of onder andere vaste dan wel verplaatsbare beschuttingen bevindt;

[...]

r)      grondgebruik: gebruik van het landbouwareaal voor landbouwactiviteiten in het kader van het bedrijf dat ten tijde van de indiening van de aanvraag, in het jaar van de aanvraag, in handen is van de betrokken landbouwer”.

13      Artikel 8, lid 1, onder n), van OUG nr. 3/2015 luidt:

„Om in aanmerking te komen voor de in artikel 1, lid 2, bedoelde rechtstreekse betalingen moeten landbouwers:

[...]

n)      bij het indienen van de aanvraag voor een enkele betaling of van de wijzigingen van die aanvraag de noodzakelijke documenten overleggen waaruit blijkt dat zij over de landbouwgrond, daaronder begrepen de ecologische aandachtsgebieden, beschikken of, indien van toepassing, een kopie overleggen van bijlage nr. 24 van het kadaster van de bestuurlijk-territoriale eenheid. De documenten waaruit blijkt dat de landbouwer over de landbouwgrond beschikt, moeten vóór het indienen van de aanvraag voor een enkele betaling zijn opgesteld en geldig zijn tot aan de datum van indiening van de aanvraag”.

 Besluit nr. 476/2016

14      Ordinul ministrului agriculturii și dezvoltării rurale nr. 476/2016 privind sistemul de sancțiuni aplicabil schemelor de plăți directe și ajutoarelor naționale tranzitorii în sectoarele vegetal și zootehnic, aferente cererilor unice de plată depuse la Agenția de Plăți și Intervenție pentru Agricultură, începând cu anul de cerere 2015 (besluit nr. 476/2016 van de minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling inzake het sanctiestelsel voor rechtstreeksebetalingsregelingen en nationale overgangssteun in de akkerbouw en veeteelt in verband met aanvragen voor een enkele betaling die vanaf aanvraagjaar 2015 zijn ingediend bij de APIA) van 7 april 2016, in de versie die van toepassing is in het hoofdgeding, bepaalt in artikel 2, lid 2, onder ș):

„Een te hoge aangifte is het verschil tussen het areaal waarvoor betaling is aangevraagd en het voor betaling geconstateerde areaal.”

15      Artikel 6, onder e), van dit besluit bepaalt:

„Voor een te hoge aangifte van een areaal in geval van de betalingsregelingen neergelegd in artikel 1, lid 2, onder a), b), d) tot en met f), en lid 3, van [OUG nr. 3/2015] worden de volgende sancties opgelegd:

[...]

e)      Indien het areaal waarvoor betaling is aangevraagd het geconstateerde areaal met meer dan 50 % van het geconstateerde areaal overstijgt, wordt de landbouwer uitgesloten van betaling voor de betreffende betalingsgroep. Bovendien wordt hem een extra sanctie opgelegd ter hoogte van het bedrag aan steun of bijstand dat overeenstemt met het verschil tussen het aangegeven areaal en het geconstateerde areaal. [...]”

 Besluit nr. 619/2015

16      Ordinul ministrului agriculturii si dezvoltării rurale nr. 619/2015 pentru aprobarea criteriilor de eligibilitate, condițiilor specifice și a modului de implementare a schemelor de plăți prevăzute la articolul 1 alineatele (2) și (3) din Ordonanța de urgență a Guvernului nr. 3/2015 pentru aprobarea schemelor de plăți care se aplică în agricultură în perioada 2015‑2020 și pentru modificarea articolului 2 din Legea nr. 36/1991 privind societățile agricole și alte forme de asociere în agricultură, precum și a condițiilor specifice de implementare pentru măsurile compensatorii de dezvoltare rurală aplicabile pe terenurile agricole, prevăzute în Programul Național de Dezvoltare Rurală 2014‑2020 (besluit nr. 619/2015 van het ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling betreffende goedkeuring van de subsidiabiliteitscriteria, de specifieke voorwaarden en de uitvoering van de in artikel 1, leden 2 en 3, van [OUG nr. 3/2015] bedoelde betalingsregelingen, en de specifieke voorwaarden voor de uitvoering van de compenserende maatregelen voor plattelandsontwikkeling die van toepassing zijn op landbouwgronden, zoals bedoeld in het nationale programma voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2014‑2020), van 6 april 2015, in de versie die van toepassing is in het hoofdgeding, bepaalt in artikel 2, onder u):

„[...]

u)      ‚geconstateerd areaal’ betekent, bij areaalgebonden steunregelingen: het areaal waarvoor is voldaan aan alle subsidiabiliteitscriteria of andere verplichtingen die verband houden met de voorwaarden voor de verlening van de steun; [...]”

17      Artikel 10, lid 5, van dat besluit bepaalt:

„De volgende arealen komen niet voor betaling in aanmerking:

[...]

o)      visgronden als bedoeld in artikel 23, lid 20, van de technische voorschriften ter aanvulling van het landbouwregister 2015‑2019 [...]”.

 Wet nr. 283/2015

18      Artikel I, punt 1, van Legea nr. 283/2015 pentru modificarea Legii nr. 82/1993 privind constituirea Rezervației Biosferei „Delta Dunării” (wet nr. 283/2015 tot wijziging van wet nr. 82/1993 betreffende de aanwijzing van het biosfeerreservaat „Donaudelta”) van 18 november 2015 (Monitorul Oficial al României, deel I, nr. 863 van 19 november 2015) bepaalt:

„Binnen het grondgebied van het reservaat wordt het gebruik van landbouwgrond die als productieve landbouwgrond of als visgrond wordt gebruikt, na instemming van de beheerder enkel op grond van specialistische technische onderzoeken gewijzigd.”

 Hoofdgeding en prejudiciële vraag

19      Euro Delta Danube is een rechtspersoon naar Roemeens recht die vis kweekt en graan verbouwt.

20      Uit hoofde van een concessieovereenkomst met de Consiliu Local Maliuc (gemeenteraad van Maliuc, Roemenië) van 1 oktober 2002 en een addendum bij die overeenkomst van 4 mei 2011 gebruikt Euro Delta Danube een areaal met een oppervlakte van in totaal 142,2632 hectare (ha) voor het kweken van vis.

21      Bij een besluit van 13 mei 2016 heeft de gemeenteraad van Maliuc het uitoefenen van landbouwactiviteiten op dat areaal voor een periode van vijf jaar toegestaan.

22      Bij een andere concessieovereenkomst, gesloten met de Consiliu Județean Tulcea (provincieraad van Tulcea, Roemenië) op 16 februari 2006, is aan Euro Delta Danube de exploitatie van een areaal met een oppervlakte van 315 ha voor het kweken van vis gegund.

23      Overeenkomstig een addendum bij die overeenkomst van 20 mei 2014 moesten op een oppervlakte van 200 ha werkzaamheden op het gebied van vruchtwisseling tussen viskweek en landbouw om de bodem te mineraliseren en andere werkzaamheden worden verricht.

24      Naar aanleiding van een verzoek om inlichtingen van Euro Delta Danube aan de provincieraad van Tulcea heeft deze raad uiteengezet dat de werkzaamheden inhielden dat de aquacultuur in een viskwekerij of een deel ervan tijdelijk – voor een periode van zes maanden tot drie jaar – zou worden stopgezet om de productiviteit van de bodem te herstellen door middel van de teelt van granen, terwijl de betrokken grond voor viskweek moet worden gebruikt.

25      Tijdens de campagne van 2017 heeft Euro Delta Danube de twee arealen in concessie gedeeltelijk voor landbouwdoeleinden gebruikt. Op 15 mei 2017 heeft zij bij de APIA een enkele betaling aangevraagd voor een areaal van in totaal 288,37 ha (waarvan zij 100,58 ha hield op grond van de concessieovereenkomst met de gemeente Maliuc en 187,79 ha op grond van de concessieovereenkomst met de provincieraad van Tulcea).

26      Bij een betalingsbesluit van 25 september 2018 heeft de APIA besloten dat het deel van het aangegeven areaal dat onder de concessieovereenkomst met de provincieraad van Tulcea valt, uit hoofde van de nationale regelgeving en bij gebreke van instemming van de concessiegever met de wijziging van het gebruik van dat deel van het areaal, voor viskweek had moeten worden gebruikt. Aangezien Euro Delta Danube geen rechtvaardiging had aangevoerd voor het gebruik van deze grond voor landbouwdoeleinden heeft de APIA geconcludeerd dat het subsidiabele areaal 100,58 ha bedroeg, namelijk het areaal dat Euro Delta Danube exploiteerde uit hoofde van de concessieovereenkomst met de gemeenteraad van Maliuc, op een totaal aangegeven areaal van 288,37 ha.

27      Dientengevolge is voor het geconstateerde areaal van 100,58 ha een te betalen bedrag vastgesteld en zijn extra sancties opgelegd vanwege de te hoge aangifte met betrekking tot het resterende areaal.

28      Euro Delta Danube heeft bij de APIA bezwaar gemaakt tegen het betalingsbesluit van 25 september 2018. De APIA heeft dat bezwaar bij besluit van 20 december 2018 afgewezen.

29      Op 10 januari 2019 heeft Euro Delta Danube beroep ingesteld bij de tribunal Tulcea (rechter in eerste aanleg Tulcea, Roemenië) strekkende tot nietigverklaring van dat besluit op bezwaar en tot gedeeltelijke nietigverklaring van het betalingsbesluit.

30      Bij vonnis van 28 juni 2019 heeft deze rechterlijke instantie het beroep ongegrond verklaard. Volgens de rechter kwamen de betwiste arealen bij gebrek aan bewijs voor de wijziging van het gebruik ervan niet in aanmerking voor de steunbetaling die Euro Delta Danube had aangevraagd. Deze rechter heeft namelijk overwogen dat deze arealen niet voldeden aan de voorwaarden voor bouwland en dat de aangifte ervan een „te hoge aangifte” was, aangezien de arealen volgens de nationale regeling moesten worden beschouwd als onderdeel van een „viskwekerij”. De administratieve sancties waren derhalve gerechtvaardigd.

31      Op 13 augustus 2019 heeft Euro Delta Danube tegen dit vonnis hogere voorziening ingesteld bij de Curte de Apel Constanţa (rechter in tweede aanleg Constanţa, Roemenië), de verwijzende rechter in deze zaak.

32      Deze rechter vraagt zich af of een nationale regeling op grond waarvan een landbouwer die arealen die in concessie zijn gegeven voor viskweek zonder instemming van de concessiegever voor landbouwdoeleinden gebruikt, wordt uitgesloten van steun en aan hem bovendien sancties voor een te hoge aangifte worden opgelegd omdat hij niet heeft voldaan aan de subsidiabiliteitscriteria voor deze steun, in overeenstemming is met het Unierecht.

33      Daarop heeft de Curte de Apel Constanţa de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vraag:

„Verzetten artikel 2, [lid 1,] punt 23, en artikel 19 van gedelegeerde verordening [nr. 640/2014] zich tegen een nationale regeling die, in omstandigheden zoals die in het hoofdgeding, aan een landbouwer administratieve sancties oplegt vanwege een te hoge aangifte omdat hij niet voldoet aan de subsidiabiliteitscriteria voor het areaal dat als te veel aangegeven wordt beschouwd, op grond dat hij een voor de viskweek ingericht areaal, dat hij houdt krachtens een concessieovereenkomst, bebouwt zonder aan te tonen dat de concessiegever heeft ingestemd met het gebruik van de grond voor landbouwdoeleinden?”

 Beantwoording van de prejudiciële vraag

34      Met zijn vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 2, lid 1, punt 23, en artikel 19, leden 1 en 2, van gedelegeerde verordening nr. 640/2014 aldus moeten worden uitgelegd dat zij in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling voorschrijven dat een aanvrager van landbouwsteun administratieve sancties worden opgelegd voor een te hoge aangifte indien die aanvrager arealen die hem in concessie zijn gegeven voor viskweek, zonder instemming van de concessiegever met een wijziging van het gebruik van die arealen, voor landbouwdoeleinden benut.

35      Uit artikel 19, lid 1, eerste alinea, en lid 2, van gedelegeerde verordening nr. 640/2014 blijkt dat voor een in artikel 17, lid 1, van die verordening bedoelde gewasgroep geen areaalgebonden steun of bijstand wordt verleend indien het areaal dat in het kader van een areaalgebonden steunregeling of bijstandsmaatregel voor de betrokken gewasgroep is aangegeven, groter is dan het overeenkomstig artikel 18 van de verordening geconstateerde areaal en het verschil meer bedraagt dan 50 %. Bovendien wordt de begunstigde een extra sanctie opgelegd die gelijk is aan het bedrag aan steun of bijstand dat overeenstemt met het verschil tussen het aangegeven areaal en het overeenkomstig artikel 18 geconstateerde areaal.

36      In dat verband moet worden opgemerkt dat de in artikel 17, lid 1, onder a), van die verordening bedoelde gewasgroepen waarnaar in artikel 19, lid 1, daarvan wordt verwezen, onder meer de arealen omvatten die zijn aangegeven met het oog op toekenning van de enkele areaalbetaling.

37      Overigens moet worden vastgesteld dat artikel 2, lid 1, punt 23, onder a), van gedelegeerde verordening nr. 640/2014 een „geconstateerd areaal” bij areaalgebonden steunregelingen definieert als het areaal waarvoor is voldaan aan alle subsidiabiliteitscriteria of andere verplichtingen die verband houden met de voorwaarden voor de verlening van de steun, ongeacht het aantal betalingsrechten waarover de begunstigde beschikt.

38      Het Hof heeft al geoordeeld dat grond slechts in aanmerking komt voor de steun in kwestie indien deze deel uitmaakt van het landbouwareaal, deel uitmaakt van het bedrijf van de betrokken landbouwer en wordt gebruikt of – bij gelijktijdig ander gebruik – overwegend wordt gebruikt voor landbouwdoeleinden (zie in die zin arrest van 29 april 2021, Piscicola Tulcea en Ira Invest, C‑294/19 en C‑304/19, EU:C:2021:340, punt 64).

39      Om te beginnen omvat het begrip „landbouwareaal” zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder e), van verordening nr. 1307/2013, met name „om het even welke grond die wordt gebruikt als bouwland”. Bouwland wordt in artikel 4, lid 1, onder f), op zijn beurt gedefinieerd als grond die voor de teelt van gewassen wordt gebruikt of daarvoor beschikbaar is, maar braak ligt.

40      Een areaal moet dus als „landbouwareaal” worden gekwalificeerd wanneer het daadwerkelijk wordt gebruikt als „bouwland” in de zin van die bepaling. Aan die kwalificatie kan niet worden afgedaan door de enkele omstandigheid dat het gebruik van dat areaal als bouwland in strijd was met een concessieovereenkomst zoals die in het hoofdgeding (zie in die zin arrest van 29 april 2021, Piscicola Tulcea en Ira Invest, C‑294/19 en C‑304/19, EU:C:2021:340, punt 63).

41      Voorts moet in herinnering worden gebracht dat een landbouwareaal deel uitmaakt van het bedrijf van een landbouwer wanneer die landbouwer bevoegd is om die grond voor de uitoefening van een landbouwactiviteit te beheren, namelijk wanneer hij bij de uitoefening van zijn landbouwactiviteit op dat areaal over voldoende autonomie beschikt (arrest van 2 juli 2015, Demmer, C‑684/13, EU:C:2015:439, punt 58).

42      Aangezien de beperkingen op het gebruik van de litigieuze arealen, zoals met name de beperkingen op de aard van de activiteiten die erop kunnen worden uitgeoefend, die voortvloeien uit de concessieovereenkomst uit hoofde waarvan deze arealen aan de betrokken landbouwer ter beschikking zijn gesteld, hem niet belemmeren in de uitoefening van zijn landbouwactiviteit op die arealen – wat ter verificatie van de verwijzende rechter staat – moeten deze arealen niet worden beschouwd als arealen die niet tot het bedrijf van deze landbouwer behoren (zie in die zin arrest van 2 juli 2015, Demmer, C‑684/13, EU:C:2015:439, punt 60).

43      In dat verband impliceert het begrip beheer weliswaar niet dat de landbouwer in kwestie in het kader van het gebruik van het betrokken areaal voor landbouwdoeleinden onbeperkt over dat areaal kan beschikken, maar het is van belang dat de landbouwer in het kader van deze concessieovereenkomst niet volledig gebonden is aan de instructies van de concessiegever en dat hij dus bij zijn landbouwactiviteiten op dat areaal over een zekere manoeuvreerruimte beschikt (zie in die zin arrest van 2 juli 2015, Demmer, C‑215/13, EU:C:2015:439, punten 61 en 62).

44      Tot slot wordt het begrip landbouwactiviteit, wat betreft het criterium van het gebruik van de landbouwarealen voor landbouwdoeleinden als bedoeld in punt 38 van dit arrest, in artikel 4, lid 1, onder c), van verordening nr. 1307/2013 omschreven als met name het produceren, fokken of telen van landbouwproducten.

45      Daaruit volgt dat de door Euro Delta Danube op de betwiste arealen uitgeoefende activiteiten moeten worden beschouwd als landbouwactiviteiten in de zin van deze bepaling en dat zij dus aan dat criterium voldoen, aangezien op deze arealen landbouwproducten worden geteeld.

46      Het staat niettemin aan de verwijzende rechter om, gelet op alle omstandigheden van het hoofdgeding, na te gaan of aan alle subsidiabiliteitscriteria of andere verplichtingen die verband houden met de voorwaarden voor de verlening van de steun is voldaan.

47      Gelet op een en ander moet op de vraag worden geantwoord dat artikel 2, lid 1, punt 23, en artikel 19, leden 1 en 2, van gedelegeerde verordening nr. 640/2014 aldus moeten worden uitgelegd dat zij in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling niet voorschrijven dat een aanvrager van landbouwsteun administratieve sancties worden opgelegd voor een te hoge aangifte indien die aanvrager arealen die hem in concessie zijn gegeven voor viskweek, zonder instemming van de concessiegever met een wijziging van het gebruik van die arealen, voor landbouwdoeleinden benut, voor zover deze steunaanvrager wat die arealen betreft over een toereikende autonomie voor de uitoefening van zijn landbouwactiviteiten beschikt.

 Kosten

48      Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Het Hof (Zesde kamer) verklaart voor recht:

Artikel 2, lid 1, punt 23, en artikel 19, leden 1 en 2, van gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden, zoals gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) 2016/1393 van de Commissie van 4 mei 2016, moeten aldus worden uitgelegd dat zij in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling niet voorschrijven dat een aanvrager van landbouwsteun administratieve sancties worden opgelegd voor een te hoge aangifte indien die aanvrager arealen die hem in concessie zijn gegeven voor viskweek, zonder instemming van de concessiegever met een wijziging van het gebruik van die arealen, voor landbouwdoeleinden benut, voor zover deze steunaanvrager wat die arealen betreft over een toereikende autonomie voor de uitoefening van zijn landbouwactiviteiten beschikt.

ondertekeningen


*      Procestaal: Roemeens.