Language of document :

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 december (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curte de Apel Constanţa - Roemenië) – Euro Delta Danube/Agenţia de Plăţi şi Intervenţie pentru Agricultură - Centrul Judeţean Tulcea

(Zaak C-225/20) 1

[Prejudiciële verwijzing – Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 – Regeling inzake areaalgebonden steun – Een enkele areaalbetaling – Subsidiabiliteitscriteria – Overeenkomst voor de concessie van landbouwgrond – Wijziging van gebruik van deze grond zonder instemming van de concessiegever – Gebruik voor landbouwdoeleinden van arealen bestemd voor viskweek – Verschil tussen het aangegeven areaal en het geconstateerde areaal – Te hoge aangifte – Administratieve sancties]

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Curtea de Apel Constanţa

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Euro Delta Danube Srl

Verwerende partij: Agenţia de Plăţi şi Intervenţie pentru Agricultură - Centrul Judeţean Tulcea

Dictum

Artikel 2, lid 1, punt 23, en artikel 19, leden 1 en 2, van gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden, zoals gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) 2016/1393 van de Commissie van 4 mei 2016, moeten aldus worden uitgelegd dat zij in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling niet voorschrijven dat een aanvrager van landbouwsteun administratieve sancties worden opgelegd voor een te hoge aangifte indien die aanvrager arealen die hem in concessie zijn gegeven voor viskweek, zonder instemming van de concessiegever met een wijziging van het gebruik van die arealen, voor landbouwdoeleinden benut, voor zover deze steunaanvrager wat die arealen betreft over een toereikende autonomie voor de uitoefening van zijn landbouwactiviteiten beschikt.

____________

1 PB C 297 van 7.9.2020