Language of document :

Beroep ingesteld op 1 april 2011 - Chiboub/Raad

(Zaak T-188/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Mohamed Slim Ben Mohamed Hassen Ben Salah Chiboub (Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten) (vertegenwoordiger: G. Perrot, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2011 nietig te verklaren, voor zover het tegen Chiboub is gericht;

uitvoeringsbesluit 2011/79/GBVB van 4 februari 2011, vastgesteld op grond van besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2011, nietig te verklaren voor zover het tegen Chiboub is gericht;

verordening (EU) nr. 101/2011 van 4 februari 2011, vastgesteld op grond van besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2011, nietig te verklaren voor zover zij tegen Chiboub is gericht;

de Raad bijgevolg te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan.

Schending van de grondrechten en met name het recht van verdediging, aangezien besluit 2011/72/GBVB verzoeker sancties oplegt en aanzienlijke schade berokkent, zonder dat hij voorafgaandelijk is gehoord of nadien zijn standpunt kenbaar heeft kunnen maken.

Schending van de motiveringsplicht, het recht op een daadwerkelijke bescherming in rechte en het vermoeden van onschuld, aangezien verzoeker op de litigieuze lijst is opgenomen zonder voorafgaande hoorzitting en zonder aanduiding van de motieven, feitelijk en rechtens, die deze opneming rechtvaardigen.

Kennelijke beoordelingsfout, aangezien verzoeker niet mocht worden beschuldigd van verduistering van middelen voor het witwassen van geld, nu deze middelen afkomstig waren van de FIFA, die verzoeker van 2006 tot 2010 betaalde in het kader van verschillende overeenkomsten.

____________