Language of document :

Beroep ingesteld op 17 januari 2011 - Germans Boada/BHIM (vorm van een keramieksnijmachine)

(Zaak T-25/11)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Germans Boada, SA (Rubí, Spanje) (vertegenwoordiger: J. Carbonell Callicó, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Conclusies

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 28 oktober 2010 in zaak R 771/2010-1 overeenkomstig artikel 65, lid 3, van de verordening inzake het gemeenschapsmerk herzien op grond dat het gelijkheidsbeginsel en artikel 7, leden 1, sub b, en 3, van die verordening zijn geschonden, en het driedimensionale merk 7.317.911 toestaan;

subsidiair, mocht die vordering worden afgewezen, de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt van 28 oktober 2010 in zaak R 771/2010-1 vernietigen op grond dat de artikelen 75 en 76 van de verordening inzake het gemeenschapsmerk zijn geschonden, en

het Bureau overeenkomstig artikel 87, lid 2, van de verordening inzake het gemeenschapsmerk verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Betrokken gemeenschapsmerk: driedimensionaal merk in de vorm van een keramieksnijmachine voor waren van klasse 8

Beslissing van de onderzoeker: afwijzing van de aanvraag

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/20091, aangezien het aangevraagde merk onderscheidend vermogen heeft; schending van artikel 7, lid 3, van die verordening, aangezien is aangetoond dat het aangevraagde merk onderscheidend vermogen door gebruik heeft verkregen; schending van het gelijkheidsbeginsel en van artikel 14 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, aangezien het Bureau enkel rekening had mogen houden met de feiten en bewijsmiddelen die partijen tijdig hebben ingediend; schending van de artikelen 75 en 76 van verordening nr. 207/2009, aangezien het Bureau geen rekening heeft gehouden met feiten en bewijsmiddelen die verzoekster tijdig en in de voorgeschreven vorm heeft aangevoerd.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 78, blz. 1).