Language of document :

Beroep ingesteld op 23 mei 2012 - Accorinti e.a./ECB

(Zaak T-224/12)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partijen: Alessandro Accorinti (Nichelino, Italië), Michael Acherer (Bressanone, Italië), Giuliano Agostinetti (Mestre, Italië), Marco Alagna (Milaan, Italië), Riccardo Alagna (Milaan, Italië), Agostino Amalfitano (Forio, Italië), Emanuela Amsler (Turijn, Italië), Francine Amsler (Turijn, Italië), Alessandro Anelli (Bellinzago Novarese, Italië), Angelo Giovanni Angione (Potenza, Italië), Giancarlo Antonelli (Verona, Italië), Giuseppe Aronica (Licata, Italië), Elisa Arsenio (Sesto San Giovanni, Italië), Pasquale Arsenio (Sesto San Giovanni, Italië), Luigi Azzano (Concordia Sagittaria, Italië), Giovanni Baglivo (Lecce, Italië), Stefano Baldoni (Matera, Italië), Giulio Ballini (Lonato, Italië), Antonino Barbara (Napels, Italië), Armida Baron (Cassola, Italië), Paolo Baroni (Rome, Italië), Lucia Benassi (Scandiano, Italië), Michele Benelli (Madignano, Italië), Erich Bernard (Lana, Italië), Flaminia Berni (Rome, Italië), Adriano Bianchi (Omegna, Italië), Massimiliano Bigi (Montecchio Emilia, Italië), Daniele Fabrizio Bignami (Milaan, Italië), Sergio Borghesi (Coredo, Italië), Borghesi Srl (Cles, Italië), Sergio Bovini (Cogoleto, Italië), Savino Brizzi (Turijn, Italië), Annunziata Brum (Badiola, Italië), Christina Brunner (Laives, Italië), Giovanni Busso (Caselette, Italië), Fabio Edoardo Cacciuttolo (Milaan, Italië), Vincenzo Calabrò (Rome, Italië), Carlo Cameranesi (Ancona, Italië), Giuseppe Campisciano (Besana in Brianza, Italië), Allegra Canepa (Pisa, Italië), Luca Canonaco (Como, Italië), Piero Cantù (Vimercate, Italië), Fabio Capelli (Tortona, Italië), Gianluca Capello (Sanremo, Italië), Sergio Capello (Sanremo, Italië), Mario Carchini (Carrara, Italië), Filippo Carosi (Rome, Italië), Elena Carra (Rome, Italië), Claudio Carrara (Nembro, Italië), Ivan Michele Casarotto (Verona, Italië), Anna Maria Cavagnetto (Turijn, Italië), Gabriele Lucio Cazzulani (Segrate, Italië), Davide Celli (Rimini, Italië), Antonio Cerigato (Ferrara, Italië), Paolo Enrico Chirichilli (Rome, Italië), Celestino Ciocca (Rome, Italië), Mariagiuseppa Civale (Milaan, Italië), Roberto Colicchio (Milaan, Italië), Edoardo Colli (Triëst, Italië), Nello Paolo Colombo (Casatenovo, Italië), Mario Concini (Tuenno, Italië), Marika Congestrì (S. Onofrio, Italië), Luigi Corsini (Pistoia, Italië), Maria Chiara Corsini (Genua, Italië), Aniello Cucurullo (Civitavecchia, Italië), Roberto Cugola (Melara, Italië), Roberto Cupioli (Rimini, Italië), Giuseppe D'Acunto (Lucca - S. Anna, Italië), Stefano D'Andrea (Ancona, Italië), Nazzareno D'Amici (Rome, Italië), Michele Damelon (Gruaro, Italië), Piermaria Carlo Davoli (Milaan, Italië), Iole De Angelis (Rome, Italië), Roberto De Pieri (Treviso, Italië), Stefano De Pieri (Martellago, Italië), Ario Deasti (Sanremo, Italië), Stefano Marco Debernardi (Aosta, Italië), Gianfranco Del Mondo (Casoria, Italië), Salvatore Del Mondo (Gaeta, Italië), Gianmaria Dellea (Castelveccana, Italië), Gianmarco Di Luigi (Sant'Antimo, Italië), Alessandro Di Tomizio (Reggello, Italië), Donata Dibenedetto (Altamura, Italië), Angela Dolcini (Pavia, Italië), Denis Dotti (Milaan, Italië), Raffaele Duino (San Martino Buon Albergo, Italië), Simona Elefanti (Montecchio Emilia, Italië), Maurizio Elia (Rome, Italië), Claudio Falzoni (Besnate, Italië), Enrico Maria Ferrari (Rome, Italië), Giuseppe Ferraro (Pago Vallo Lauro, Italië), Fiduciaria Cavour Srl (Rome, Italië), Giorgio Filipello (Caccamo, Italië), Giovanni Filipello (Caccamo, Italië), Dario Fiorin (Venetië, Italië), Guido Fortunati (Verona, Italië), Achille Furioso (Agrigento, Italië), Monica Furlanis (Concordia Sagittaria, Italië), Vitaliano Gaglianese (San Giuliano Terme, Italië), Antonio Galbo (Palermo, Italië), Gianluca Gallino (Milaan, Italië), Giandomenico Gambacorta (Rome, Italië), Federico Gatti (Besana in Brianza, Italië), Raffaella Maria Fatima Gerardi (Lavello, Italië), Mauro Gini (Bressanone, Italië), Barbara Giudiceandrea (Rome, Italië), Riccardo Grillini (Lugo, Italië), Luciano Iaccarino (Verona, Italië), Vittorio Iannetti (Carrara, Italië), Franz Anton Inderst (Marlengo, Italië), Hermann Kofler (Merano, Italië), Alessandro Lepore (Giovinazzo, Italië), Fabio Lo Presti (Ponte S. Pietro, Italië), Silvia Locatelli (Brembate, Italië), Nicola Lozito (Grumo Appula, Italië), Rocco Lozito (Grumo Appula, Italië), Fabio Maffoni (Soncino, Italië), Silvano Maffoni (Orzinuovi, Italië), Bruno Maironi Da Ponte (Bergamo, Italië), Franco Maironi Da Ponte (Bergamo, Italië), Michele Maironi Da Ponte (Bergamo, Italië), Francesco Makovec (Lesmo, Italië), Concetta Mansi (Matera, Italië), Angela Marano (Melito di Napels, Italië), Bruno Marchetto (Milaan, Italië), Fabio Marchetto (Milaan, Italië), Sergio Mariani (Milaan, Italië), Lucia Martini (Scandicci, Italië), Alessandro Mattei (Treviso, Italië), Giorgio Matterazzo (Seregno, Italië), Mauro Mazzone (Verona, Italië), Ugo Mereghetti (Brescia, Italië) en als gevolmachtigde van Fulvia Mereghetti (Casamassima, Italië), Vitale Micheletti (Brescia, Italië), Giuseppe Mignano (Genua, Italië), Fabio Mingo (Ladispoli, Italië), Giovanni Minorenti (Guidonia Montecelio, Italië), Filippo Miuccio (Rome, Italië), Fulvio Moneta Caglio de Suvich (Milaan, Italië), Giancarlo Monti (Milaan, Italië), Angelo Giuseppe Morellini (Besana in Brianza, Italië), Barbara Mozzambani (San Martino Buon Albergo, Italië), Mario Nardelli (Gubbio, Italië), Eugenio Novajra (Udine, Italië), Giorgio Omizzolo (Baone, Italië), Patrizia Paesani (Rome, Italië), Luigi Paparo (Volla, Italië), Davide Pascale (Milaan, Italië), Salvatore Pasciuto (Gaeta, Italië), Sergio Pederzani (Ossuccio, Italië), Aldo Perna (Napels, Italië), Marco Piccinini (San Mauro Torinese, Italië), Nicola Piccioni (Soncino, Italië), Mauro Piliego (Bolzano, Italië), Vincenzo Pipolo (Rome, Italië), Johann Poder (Silandro, Italië), Giovanni Polazzi (Milaan, Italië), Santo Pullarà (Rimini, Italië), Patrizio Ragusa (Rome, Italië), Rosangela Raimondi (Arluno, Italië), Massimo Ratti (Milaan, Italië), Gianni Resta (Imola, Italië), Giuseppe Ricciarelli (San Giustino, Italië), Enrica Rivi (Scandiano, Italië), Maria Rizescu (Pesaro, Italië), Alessandro Roca (Turijn, Italië), Mario Romeni (Milaan, Italië), Claudio Romeno (Napels, Italië), Gianfranco Romeno (Pisticci, Italië), Ivo Rossi (Nettuno, Italië), Alfonso Russo (Scandiano, Italië), Iginio Russolo (San Quirinino, Italië), Francesco Sabato (Barcelona, Spanje), Giuseppe Salvatore (Silvi, Italië), Luca Eudilio Sarzi Amadé, (Milaan, Italië), Tiziano Scagliola (Terlizzi, Italië), Antonio Scalzullo (Avellino, Italië), Liviano Semeraro (Gavirate, Italië), Laura Liliana Serpente (Ancona, Italië), Maria Grazia Serpente (Ancona, Italië), Luciana Serra (Milaan, Italië), Giuseppe Silecchia (Altamura, Italië), Paolo Sillani (Bergamo, Italië), Vincenzo Solombrino (Napels, Italië), Patrizia Spiezia (Casoria, Italië), Alberto Tarantini (Rome, Italië), Halyna Terentyeva (Concordia Sagittaria, Italië), Vincenzo Tescione (Caserta, Italië), Riccardo Testa (Cecina, Italië), Salvatore Testa (Pontinia, Italië), Nadia Toneatti (Triëst, Italië), Giuseppe Ucci (Como, Italië), Giovanni Urbanelli (Pescara, Italië), Giuseppina Urciuoli (Avellino, Italië), Amelia Vaccaro (Chiavari, Italië), Maria Grazia Valentini (Tuenno, Italië), Giancarlo Vargiu (Bologna, Italië), Salvatore Veltri Barraco Alestra (Marsala, Italië), Roberto Vernero (Milaan, Italië), Vincenza Vigilia (Castello d'Agogna, Italië), Celso Giuliano Vigna (Castel San Pietro Terme, Italië), Roberto Vignoli (Santa Marinella, Italië), Georg Weger (Merano, Italië), Albino Zanichelli (Busana, Italië), Andrea Zecca (Rome, Italië) en Maurizio Zorzi (Ora, Italië) (vertegenwoordigers: S. Sutti en R. Spelta, advocaten)

Verwerende partij: Europese Centrale Bank

Conclusies

het beroep ontvankelijk verklaren;

besluit 2012/153/EU van de ECB van 5 maart 2012 inzake de beleenbaarheid van verhandelbare schuldbewijzen die door de Helleense Republiek worden uitgegeven of volledig worden gegarandeerd in de context van het aanbod van de Helleense Republiek tot schuldenruil, nietig verklaren;

de ECB bijgevolg verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij het in de onderhavige zaak bestreden besluit wordt de nationale centrale banken door de Helleense Republiek onderpandversterking geboden in de vorm van een terugkoopprogramma dat een extra factor en bovendien een conditio sine qua non is opdat de schuldbewijzen die door de Helleense Republiek worden uitgegeven of volledig worden gegarandeerd, in de context van het aanbod van de Helleense Republiek tot schuldenruil beleenbaar blijven, althans zolang deze lidstaat aanvullende onderpandversterking biedt. Deze zekerheid vormt een kredietfaciliteit op voorwaarde van een terugkoopmechanisme dat door de Raad van Bestuur van de ECB uitsluitend ten gunste van de nationale centrale banken wordt ingezet. Volgens verzoekers wordt in het bestreden besluit geen melding gemaakt van particuliere houders van Griekse obligaties.

Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen drie middelen aan.

Eerste middel: schending van wezenlijke vormvoorschriften (motiveringsgebrek en onjuiste vaststelling van de rechtsgrondslag).

In dit verband wordt met name gesteld dat het bestreden besluit onder meer niet onderbouwt waarom de ECB besloten heeft Griekse obligaties als onderpand te aanvaarden, waarom de Helleense Republiek enkel onderpandversterking behoeft te bieden aan alle nationale centrale banken en waarom particuliere beleggers daarentegen de gevolgen moeten dragen van de voorkeursbehandeling van enkele partijen.

Wat de rechtsgrondslag betreft, heeft het bestreden besluit niets van doen met het monetair beleid en de prijsstabiliteit die aan artikel 127 VWEU ten grondslag ligt.

Tweede middel: schending van het Verdrag of van een uitvoeringsvoorschrift ervan (schending van het beginsel van gelijke behandeling, schending van het beginsel van behoorlijk bestuur, schending van het beginsel van overheidsschuld, schending van artikel 123 VWEU en van artikel 21 van de statuten van de Europese Centrale Bank, schending van het evenredigheidsbeginsel).

Volgens verzoekers wordt in de onderhavige zaak duidelijk het beginsel van gelijke behandeling geschonden, aangezien zij allen, evenals de ECB en de nationale centrale banken, houders van de betrokken obligaties en dus schuldeisers van de Griekse Staat zijn, en de schade die zij hebben geleden evenzeer kan leiden tot systeemgevolgen voor de Europese economie.

Het beginsel van overheidsschuld wordt eveneens geschonden. Dit beginsel vloeit voort uit de structuur van de Europese Unie en houdt in dat elke lidstaat zijn eigen schulden draagt en de schulden van een bepaalde lidstaat de financiën en de stabiliteit van de gemeenschappelijke munt niet in het gedrang mogen brengen. De structuur van de EMU, zoals neergelegd in het Verdrag van Maastricht, staat geen pooling van schulden toe maar verplicht elke lidstaat juist zijn eigen begroting op orde te houden en zijn verantwoordelijkheid te nemen.

Met het bestreden besluit heeft de ECB derhalve op meerdere punten de regeling van primair en afgeleid recht betreffende financiële steun geschonden, met name artikel 123 VWEU.

Derde middel: misbruik van bevoegdheid.

Verzoekers trekken in twijfel dat een besluit dat de beleenbaarheid van schuldbewijzen van een lidstaat afhankelijk stelt van een terugkoopprogramma ten gunste van de nationale centrale banken, strookt met de doelstelling van bestrijding van de inflatie in artikel 127 VWEU, dat de rechtsgrondslag voor het bestreden besluit vormt.

Bovendien heeft de ECB met het besluit dat in deze zaak aan de orde is, in feite voor de zoveelste keer indirecte financiële steun aan de Helleense Republiek geboden door de kredietkwaliteitsdrempel van het Eurosysteem te schorsen voor de Griekse staatsobligaties waarvoor onderpandversterking wordt geboden en dientengevolge haar in het Verdrag en de statuten neergelegde bevoegdheden overschreden; daarin wordt namelijk niet voorzien in kredietfaciliteiten van welke vorm dan ook.

____________