Language of document :


 


 



Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 2 april 2020 –
Italië/Commissie

(Zaak C-390/19 P) (1)

„Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) – Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) – Suikersector – Kosten uitgesloten van financiering door de Europese Unie – Kosten gemaakt door de Italiaanse Republiek – Hogere voorziening deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond”

1.      Hogere voorziening – Middelen – Geen precieze kritiek op een onderdeel van de redenering van het Gerecht en geen juridische argumenten ter ondersteuning van de hogere voorziening – Niet-ontvankelijkheid

[Art. 256, lid 1, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d)]

(zie punten 38, 40, 54)

2.      Hogere voorziening – Middelen – Loutere herhaling van de voor het Gerecht aangevoerde middelen en argumenten – Ontbreken van vermelding van de gestelde onjuiste rechtsopvatting – Niet-ontvankelijkheid

(Art. 256, lid 1, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 169, lid 2)

(zie punt 39)

3.      Landbouw – Financiering door het ELGF – Goedkeuring van de rekeningen – Weigering van tenlasteneming van uitgaven als gevolg van onregelmatigheden bij de toepassing van de Unieregeling – Financiële correctie die overeenkomt met het verschil tussen het steunbedrag voor volledige ontmanteling en het steunbedrag voor gedeeltelijke ontmanteling – Grensgeval – Toepassing van een lager correctiepercentage of een correctiepercentage van nul – Toepassingsvoorwaarden – Geen automatische toepassing wanneer alle voorwaarden zijn vervuld – Beoordelingsmarge van de Commissie – Eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel en van het gelijkheidsbeginsel

(Verordening nr. 1290/2005 van de Raad, art. 31)

(zie punt 52)

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond verklaard.

2)

De Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten.


1 PB C 230 van 8.7.2019.