Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato (Italië) op 25 maart 2024 – Società Eredi Raimondo Bufarini Srl – Servizi Ambientali/Ministero dell'Interno, Ministero della Transizione Ecologica, Comitato tecnico regionale delle Marche, Coordinamento per l’uniforme applicazione sul territorio nazionale bedoeld in artikel 11 van d.lgs. nr. 105/2015

(Zaak C-224/24, Società Eredi Raimondo Bufarini – II)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Stato

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Società Eredi Raimondo Bufarini Srl – Servizi Ambientali

Verwerende partijen: Ministero dell'Interno, Ministero della Transizione Ecologica, Comitato tecnico regionale delle Marche, Coordinamento per l’uniforme applicazione sul territorio nazionale bedoeld in artikel 11 van d.lgs. nr. 105/2015

Prejudiciële vragen

Staat de definitie van „aanwezigheid van gevaarlijke stoffen” in artikel 3, punt 12, van richtlijn 2012/18/EU1 in de weg aan een praktijk waarbij de in een afvalverwerkingsinstallatie aanwezige hoeveelheid gevaarlijke stoffen wordt vastgesteld aan de hand van een door de exploitant toegepaste operationele procedure (die eventueel is opgenomen in de vergunning bedoeld in artikel 23 van richtlijn 2008/98/EG2 of in artikel 4 van richtlijn 2010/75/EU3 ), waarbij het afval wordt gekwalificeerd als mengsel in de zin van artikel 3, punt 11, van richtlijn 2012/18/EU, voorzien is in de voortdurende monitoring van de hoeveelheid in de installatie aanwezige gevaarlijke stoffen en gegarandeerd wordt dat de drempelwaarden van lagedrempelinrichtingen en hogedrempelinrichtingen in respectievelijk kolom 2 en kolom 3 van bijlage I bij richtlijn 2012/18/EU niet worden overschreden?

Staat artikel 7 van richtlijn 2012/18/EU, dat bepaalt dat de exploitant „de bevoegde autoriteit een kennisgeving zendt” die de in artikel 7, lid 1, van die richtlijn vermelde informatie bevat, uitgelegd in het licht van de beginselen van vrije mededinging en vrijheid van vestiging, in de weg aan een regeling als die van artikel 13, leden 1, 2 en 5, van decreto legislativo nr. 105/2015, die bepaalt dat de informatie uitsluitend kan worden meegedeeld door middel van „een kennisgeving die is opgesteld overeenkomstig het formulier in bijlage 5” (lid 1), „wordt ondertekend in de vormen van zelfcertificering overeenkomstig de geldende regeling” (lid 2), en „door de exploitant naar de in lid 1 bedoelde geadresseerden wordt gezonden in digitale vorm met gebruikmaking van de diensten en digitale instrumenten die ter beschikking zijn gesteld via de lijst van inrichtingen die zware ongevallen zouden kunnen veroorzaken bedoeld in artikel 5, lid 3”, of „uitsluitend door middel van een via een gecertificeerde e-maildienst verstuurde, digitaal ondertekende e-mail” (lid 5), waardoor kennisgeving niet mogelijk is door middel van een „door de exploitant uitgevoerde operationele procedure” die voorziet in voortdurende monitoring van de hoeveelheid in de installatie aanwezige gevaarlijke stoffen en garandeert dat de drempelwaarden van lagedrempelinrichtingen en hogedrempelinrichtingen in respectievelijk kolom 2 en kolom 3 van bijlage I bij richtlijn 2012/18/EU niet worden overschreden?

____________

1     Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van richtlijn 96/82/EG van de Raad (PB 2012, L 197, blz. 1).

1     Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB 2008, L 312, blz. 3).

1     Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (herschikking) (PB 2010, L 334, blz. 17).