BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET HOF
15 september 2021 (*)
„Doorhaling”
In zaak C‑442/19,
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden bij beslissing van 7 juni 2019, ingekomen bij het Hof op 12 juni 2019, in de procedure
Stichting Brein
tegen
News-Service Europe BV,
geeft
DE PRESIDENT VAN HET HOF,
gezien de stukken,
gelet op de opmerkingen van:
– Stichting Brein, vertegenwoordigd door M. E. Kingma en J. M. B. Seignette, advocaten,
– News-Service Europe BV, vertegenwoordigd door C. A. Alberdingk Thijm en C. F. M. de Vries, advocaten,
– de Europese Commissie, vertegenwoordigd door S. L. Kalėda, J. Samnadda en F. Wilman als gemachtigden,
advocaat-generaal H. Saugmandsgaard Øe gehoord,
de navolgende
Beschikking
1 Bij brief van 24 juni 2021 heeft de griffie van het Hof de verwijzende rechter het arrest van 22 juni 2021, Youtube en Cyando (C‑682/18 en C‑683/18, EU:C:2021:503), toegestuurd, met het verzoek te laten weten of hij, gelet op dat arrest, zijn verzoek om een prejudiciële beslissing wenste te handhaven.
2 Bij brief van 3 september 2021, ingekomen ter griffie van het Hof op 8 september 2021, heeft de Hoge Raad der Nederlanden het Hof ervan in kennis gesteld dat hij dit verzoek om een prejudiciële beslissing niet wenste te handhaven.
3 Bijgevolg dient krachtens artikel 100 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof de doorhaling van deze zaak in het register van het Hof te worden gelast.
4 Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.
De president van het Hof beschikt:
Zaak C‑442/19 wordt doorgehaald in het register van het Hof.
Luxemburg, 15 september 2021.
A. Calot Escobar | | K. Lenaerts |