Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 22 mei 2012 —
Olive Line International/BHIM —
Umbria Olii International
(Zaak T‑273/10)
„Gemeenschapsmerk — Oppositieprocedure — Aanvraag voor gemeenschapsbeeldmerk O·LIVE — Oudere gemeenschaps- en Spaanse beeldmerken en woordmerk Olive line — Relatieve weigeringsgrond — Verwarringsgevaar — Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009”
Gemeenschapsmerk — Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk — Relatieve weigeringsgronden — Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten — Gevaar voor verwarring met ouder merk (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b) (cf. punten 40‑42, 76‑83)
Voorwerp
| Beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM van 14 april 2010 (zaak R 4/2009‑4) inzake een oppositieprocedure tussen Olive Line International, SL en O. International Srl |
Dictum
1) | | De beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) van 14 april 2010 (zaak R 4/2009-4) wordt vernietigd voor zover zij betrekking heeft op alle waren van klasse 3 waarop de merkaanvraag betrekking heeft, te weten „[b]leekmiddelen en andere wasmiddelen; reinigings-, polijst-, ontvettings- en schuurmiddelen; zepen; parfumerieën, etherische oliën, cosmetische middelen, haarlotions; tandreinigingsmiddelen” en op „hygiënische en schoonheidsverzorging voor mensen en dieren” van klasse 44 waarop de merkaanvraag betrekking heeft. |
2) | | Het beroep wordt verworpen voor het overige. |
3) | | Het BHIM en Umbria Olii International Srl worden verwezen in drie vierde van hun eigen kosten en elk in drie achtste van de kosten van Olive Line International, SL. |
4) | | Olive Line International, SL wordt, behalve in een vierde van haar eigen kosten, verwezen in een vierde van de kosten van het BHIM en Umbria Olii International Srl. |