Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice Queen’s Bench Division (Administrative Court) (Verenigd Koninkrijk) op 13 november 2015 – The Gibraltar Betting and Gaming Association Limited / Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs, Her Majesty’s Treasury

(Zaak C-591/15)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court of Justice Queen’s Bench Division (Administrative Court)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: The Gibraltar Betting and Gaming Association Limited

Verwerende partijen: Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs, Her Majesty’s Treasury

Prejudiciële vragen

Voor de toepassing van artikel 56 VWEU en in het licht van de constitutionele verhouding tussen Gibraltar en het Verenigd Koninkrijk:

1.1.    moeten Gibraltar en het Verenigd Koninkrijk voor de toepassing van het recht van de Europese Unie worden beschouwd als delen van één lidstaat, zodat artikel 56 VWEU niet van toepassing is, tenzij voor zover het van toepassing kan zijn op een interne maatregel? Of

1.2.    heeft Gibraltar, gelet op artikel 355, lid 3, VWEU, binnen de EU de constitutionele status van een ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk autonoom grondgebied, zodat de verstrekking van diensten tussen Gibraltar en het Verenigd Koninkrijk in het kader van artikel 56 VWEU moet worden beschouwd als handelsverkeer binnen de Unie? Of

1.3.    moet Gibraltar worden beschouwd als een derde land of gebied, zodat het Unierecht enkel geldt voor de handel tussen beide in gevallen waarin het Unierecht gevolgen heeft tussen een lidstaat en een derde staat? Of

1.4.    moet de constitutionele verhouding tussen Gibraltar en het Verenigd Koninkrijk nog anders worden gekwalificeerd met het oog op artikel 56 VWEU?

Beperken nationale belastingmaatregelen met kenmerken zoals die van de nieuwe belastingregeling het recht op vrije dienstverrichting in de zin van artikel 56 VWEU?

Indien de vorige vraag bevestigend moet worden beantwoord, zijn de doelstellingen die volgens de verwijzende rechter met binnenlandse maatregelen (zoals de nieuwe belastingregeling) worden nagestreefd, legitieme doelstellingen die een rechtvaardiging kunnen vormen voor de beperking van het recht op vrije dienstverrichting van artikel 56 VWEU?

____________