Beroep ingesteld op 2 september 2015 – Republiek Litouwen / Europese Commissie
(Zaak T-508/15)
Procestaal: Litouws
Partijen
Verzoekende partij: Republiek Litouwen (vertegenwoordigers: D. Kriaučiūno, R. Krasuckaitės, M. Palionio en A. Petrauskaitės, gemachtigd
efonds (ELGF) of in het kader van het
Europees La
ndbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (Elfpo), nietig verklaren voor zover het de Republiek Litouwen betreft en betrekking heeft op de regeling voor vroegtijdige uittreding uit de productie van landbouwgrondstoffen (begrotingspost: 6711),de Europese Commissie verwijzen in de kosten.Middelen en voornaamste argumentenTer ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij een enkel middel aan, inzake beweerde schending van het recht van de Europese Unie:Door de vaststelling van het
bestreden besluit heeft de Commissie artikel 5
2, lid 2, van verordening (EU) nr.
1306/2013 juncto het evenredigheidsbeginsel geschonden, omdat: 1) de Commissie, zonder rekening te houden met de aard van de schending en de fin
anciële schade die werd toegebracht aan de Europese Unie, een forfaitaire correctie heeft toegepast hoewel de informatie die werd verstrekt, na de op gepaste en redelijke wijz
e door Litouwen uitgevoerde ex-post-controle van alle aanvragen, het mogelijk maakte op nauwkeurige wijze de aan de Europese Unie werkelijk veroorzaakte schade te berekenen. De regering van de Republiek Litouwen stelt dat de door de Litouwse overheden uitgevoerde ex-post-controles een gepast middel zijn om de werkelijke schade aan de fondsen te bepalen, omdat:de voor de controles gekozen criteria verenigbaar zijn met het begrip productie van landbouwgrondstoffen,de Commissie ten onrechte het begrip productie van landbouwgrondstoffen heeft gekoppeld aan het begrip semi-zelfvoorzieningsbedrijven, de Commissie h
eeft verzuimd rekening te houden met de doelstellingen van de Republiek Litouwen en met de maatregelen die
duidelijk werden vermeld in de documenten betreffende het programma voor plattelandsontwikkeling.2) de Commissie in ieder geval de bui
tensporige financiële correctie van 5 % onjuist heeft toegepast, nu in de toepassing van die correctie uitsluitend is voorzien wanneer sprake is van een aanzienlijk risico op verlies voor de EU-begroting, terwijl de uit
gevoerde controles en de door de Republiek Litouwen overlegde informatie aantonen dat er enkel een klein financieel risico voor de EU-begroting had kunnen ontstaan.
____________1 Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94,
(EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347, blz. 549).