Language of document :

Beroep ingesteld op 29 augustus 2015 – Helleense Republiek/Commissie

(Zaak T-506/15)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Helleense Republiek (vertegenwoordigers: G. Kanellopoulos, E. Leftheriotou, O. Tsirkinidou en Α.-Ε. Vasilopoulou)

Verwerende partij: Euro

der van het

Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) [kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 4076] , voor zover het uitgaven in het kader van de ontkoppelde rechtstreekse steun voor de aanvraagjaren 2009, 2010 en 2011, en in het kader van de randvoorwaarden voor de aanvragen voor 2011, heeft onttrokken aan financiering door de Europese Unie, en voor zover daarbij niet is vastgesteld dat een bedrag van 10 460 620,42 EUR aan de Helleense Republiek wordt vergoed op basis van het arrest van het Gerecht van 6 november 2014 in zaak T-632/11, Helleense Republiek/Europese Commissie, overeenkomstig de feiten en de gronden voor nietigverklaring die in het verzoekschrift zijn uiteengezet;verwijzing van de Commissie in de kosten. Middelen en voornaamste argumentenTer ondersteuning van haar beroep voert verzoekster zes middelen aan.Meer bepaald met betrekking tot de financiële correctie die in het kader van de regeling voor ontkoppelde re

chtstreekse steun is opgelegd, voert de Hel

leense Republiek vier gronden voor

nietigverklaring aan. De eerste grond voor nietigverklaring wordt ing

eroepen in het kader van de forfaitaire correctie van 25 % die is opgelegd wegens tekortkomingen in de afbakening en de controle van het blijvend grasland voor de jaren 2009, 2010 en 2011. Verzoekster voert aa

n dat artikel 2, lid 2, van verordening nr. 796/2004 [nadien artikel 2, onder c), van verordening nr. 1120/2009 ] onjuist is uitgelegd en toegepast.Ook de tweede grond voor nietigverklaring wordt ingeroepen in het kader van de forfaitaire correctie van 25 % die is opgelegd wegens tekortkomingen in de afbakening en de controle van het blijvend grasland voor de jaren 2009, 2010 en 2011. Verzoekster voer

t aan dat de richtsnoeren voor de voorwaarden voor de oplegging van een financiële correctie van 25 % onjuist zijn uitgelegd en toegepast, voorts dat de motivering ontoereikend is, de Commissie de grenzen van haar discretionaire bevoegdheid heeft overschreden en tevens het evenredigheidsbeginsel is geschonden.De derde grond voor nietigverklaring wordt ingeroepen in het kader van de forfaitaire correctie van 5 % die is opgelegd wegens tekortkomingen in het landbouwpercelenidentificatiesysteem (LIPS) tijdens het eerste jaar van toepassing ervan (2009). Verzoekste

r voert aan dat de richtsnoeren onjuist zijn uitgelegd en toegepast, de Commissie de grenzen van haar discretionaire bevoegdheid heeft overschreden en tevens het evenredigheidsbeginsel is geschonden.De vierde grond voor nietigverklaring wordt ingeroepen in het kader van de forfaitaire correcties die zijn opgelegd wegens tekortkomingen bij de controles ter plaatse en, meer bepaald, voor de correctie van 2 % die is opgelegd wegens ondoeltreffende risico

analyse voor het aanvraagjaar 2010. Verzoekster voert aan dat artikel 31, lid 2, van verordening nr. 1122/2009 en artikel 27 van verordening nr. 796/2004 onjuist is uitgelegd en toegepast, en voorts dat het vertrouwensbeginsel is geschonden.Met betrekking tot de andere betwiste punten van het bestreden uitvoeringsbesluit voert de Helleense Republiek de hiernavolgende twee gronden voor nietigverklaring aan.De vijfde grond voor nietigverklaring heeft betrekking op de forfaitaire financiële cor

rectie van 2 % die is opgelegd in het kader van de randvoorwaardenregeling voor het aanvraagjaar 2001. Verzoekster voert aan dat artikel 11 van verordening nr. 885/20061

en artikel 31 van verordening nr. 1290/2005 onjuist zijn toegepast en uitgelegd, en voorts dat de motivering ontoereikend is en dat de feiten in verband met de forfaitaire correctie van 2 % voor het aanvraagjaar 2011 onjuist zijn beoordeeld.De zesde grond voor nietigverklaring heeft betrekking op het bedrag dat moet worden gerestitueerd aan de Helleense Republiek ter uitvoering van het arrest van het Gerecht van 6 november 2014 in zaak T-632/11. Verzoekster voert aan dat de artikelen 266 VWEU

en 280 VWEU betreffende de verplichting van de Commissie om de maatregelen te nemen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest van het Hof zijn geschonden, en dat de motivering voor het uitblijven van de vergoeding van het bedrag van 10 460 620,42 EUR aan de Helleense Republiek na het bovengenoemde arrest van het Gerecht ontoereikend is.

____________

1 PB L 182 blz. 39.     Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij verordening (EG) nr. 1782/

2003 van de Raad tot

vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 141, blz. 18).     Verordening (EG) nr. 1120/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij titel III van verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelij

ke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 316, blz. 1).     Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem

in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector (PB L 316, blz. 65).     Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de erkenning van de betaalorganen en andere instanties en de goedkeuring van de rekeningen i

nzake het ELGF en het ELFPO (PB L 171, blz. 90).     Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209, blz. 1).