Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 28 mei 2002 ingesteld door José Pedro Pessoa e Costa tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-166/02)

    Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 28 mei 2002 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door José Pedro Pessoa e Costa, wonende te Lissabon, vertegenwoordigd door Jean-Noël Louis, Etienne Marchal en Albert Coolen, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

(het besluit van de Commissie van 3 juli 2001 om tegen hem een tuchtprocedure in te leiden, nietig te verklaren;

(het besluit van het tot aanstelling bevoegde gezag, tot afwijzing van het verzoek van de directeur van het EWDD van 6 juli 2001 om hem overeenkomstig artikel 29, lid 1, sub c, Ambtenarenstatuut naar het EWDD over te plaatsen, nietig te verklaren;

(verweerster in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten:

Bij zijn herplaatsing na een verlof om redenen van persoonlijke aard verzocht verzoeker om van de Commissie te worden overgeplaatst naar het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving (EWDD). De Commissie heeft dit geweigerd omdat tegen verzoeker een tuchtprocedure was ingeleid ten gevolge van een inbeschuldigingstelling door de Portugese autoriteiten.

Tot staving van zijn vordering stelt verzoeker dat het besluit om tegen hem een tuchtprocedure in te leiden, in strijd is met artikel 88, vijfde alinea, Ambtenarenstatuut. Verder stelt verzoeker schending van het beginsel van het vermoeden van onschuld en van artikel 87 Ambtenarenstatuut, van de rechten van de verdediging en van de conclusies van de hoofden van administratie nr. 103 J/77.

Ten slotte stelt verzoeker dat het besluit om zijn overplaatsing naar het EWDD te weigeren onwettig is nu het is gebaseerd op een besluit dat zelf onwettig is, namelijk het besluit om een tuchtprocedure in te leiden.

____________