Language of document : ECLI:EU:T:2015:469





Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 6 juli 2015 – Italië/Commissie

(Zaak T‑44/11)

„EOGFL – Afdeling Garantie – ELGF en ELFPO – Van financiering uitgesloten uitgaven – Steun voor de productie van mageremelkpoeder – Onregelmatigheden of nalatigheden die te wijten zijn aan de overheidsdiensten of instanties van de lidstaten – Evenredigheid – Motiveringsplicht – Beginsel ne bis in idem – Redelijke termijn”

1.                     Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Financiering door het EOGFL – Goedkeuring van de rekeningen – Weigering van tenlasteneming van uitgaven als gevolg van onregelmatigheden bij de toepassing van de Unieregeling – Betwisting door de betrokken lidstaat – Bewijslast – Verdeling onder de Commissie en de lidstaat (Verordening nr. 1258/1999 van de Raad, art. 7, lid 4, en 8, lid 1; verordening nr. 1663/95 van de Commissie, zoals gewijzigd bij verordening nr. 2245/1999, art. 8) (cf. punten 25‑29, 158)

2.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit betreffende de goedkeuring van de rekeningen van door het EOGFL gefinancierde uitgaven (Art. 296 VWEU) (cf. punten 78‑80)

3.                     Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Financiering door het EOGFL, het ELGF en het ELFPO – Goedkeuring van de rekeningen – Weigering van tenlasteneming van uitgaven als gevolg van onregelmatigheden bij de toepassing van de Unieregeling – Raming van de door het Fonds geleden schade – Onregelmatige uitgaven die niet met voldoende nauwkeurigheid kunnen worden bepaald – Raming op basis van forfaitaire correcties – Toelaatbaarheid – Schending van het evenredigheidsbeginsel – Geen (Art. 5, lid 4, VEU; verordening nr. 1258/1999 van de Raad; verordening nr. 1663/1995 van de Commissie) (cf. punten 85‑89, 94)

4.                     Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Financiering door het EOGFL – Beginselen – Verplichting voor de lidstaten om bij de terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen met de nodige voortvarendheid te handelen – Niet-nakoming – Rechtvaardiging uit hoofde van de lengte van de procedures die de marktdeelnemers bij de nationale rechters aanspannen – Ontoelaatbaarheid – Doeltreffende toepassing door de lidstaat van het nationale recht inzake terugvordering – Omstandigheid die de nodige voortvarendheid niet bewijst (Art. 4, lid 3, VEU; verordeningen van de Raad nr. 729/70, art. 8, nr. 1258/1999, art. 8, en nr. 1290/2005, art. 9, lid 1, en 32, lid 8) (cf. punten 130‑132, 142‑145)

5.                     Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Financiering door het EOGFL – Verplichtingen van de lidstaten – Vaststelling van maatregelen die de regelmatigheid van de uitgaven kunnen waarborgen – Draagwijdte (Verordeningen van de Raad nr. 729/70, art. 2, 3 en 8, lid 1, nr. 1258/1999, art. 2, 3 en 8, lid 1, en nr. 1290/2005, art. 3 en 9, lid 1) (cf. punten 139‑141)

6.                     Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Financiering door het EOGFL – Goedkeuring van de rekeningen – Weigering van tenlasteneming van uitgaven als gevolg van onregelmatigheden bij de toepassing van de Unieregeling – Vaststelling van gebreken in het door een lidstaat gehanteerd controlesysteem – Mogelijkheid voor de Commissie om tenlasteneming van alle uitgaven te weigeren – Toepassing van een forfaitaire correctie – Toelaatbaarheid – Voorwaarde – Eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel (Verordeningen van de Raad nr. 1258/1999, art. 7, lid 4, en nr. 1290/2005, art. 31 en 32, lid 8) (cf. punten 162, 163)

7.                     Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Financiering door het EOGFL – Goedkeuring van de rekeningen – Weigering van tenlasteneming van uitgaven als gevolg van onregelmatigheden bij de toepassing van de Unieregeling – Vaststelling van gebreken in het door een lidstaat gehanteerd controlesysteem – Forfaitaire correctie van 50 % van de uitgaven – Bedrag dat de sommen omvat die onregelmatigheden betreffen waarvoor reeds een forfaitaire correctie is toegepast, maar die nog niet volledig zijn teruggevorderd – Schending van het beginsel ne bis in idem – Geen (Verordeningen van de Raad nr. 595/91, art. 3, nr. 1258/1999, art. 8, lid 2, en nr. 1290/2005, art. 32, lid 5; besluit 2007/327 van de Commissie) (cf. punten 169, 171, 172)

8.                     Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Financiering door het EOGFL – Goedkeuring van de rekeningen – Procedure – Verplichtingen van de Commissie – Inachtneming van een redelijke termijn – Beoordelingscriteria – Schending – Gevolgen – Geen bewijs van schending van het recht te worden gehoord – Niet-inachtneming van de redelijke termijn van geen invloed op de geldigheid van de procedure (Handvest van de grondrechten, art. 41, lid 1; verordeningen van de Raad nr. 1258/1999, overweging 5 en art. 7, lid 4, en nr. 1290/2005, overweging 6 en art. 31, lid 3) (cf. punten 182‑184, 188, 189, 191)

9.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Bescherming van het gewettigd vertrouwen – Voorwaarden – Nauwkeurige toezeggingen van de administratie (cf. punt 193)

Voorwerp

Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit 2010/668/EU van de Commissie van 4 november 2010 houdende onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) of in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO), hebben verricht (PB L 288, blz. 24), voor zover daarbij bepaalde uitgaven van de Italiaanse Republiek zijn uitgesloten

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

De Italiaanse Republiek draagt haar eigen kosten en die van de Europese Commissie.