Language of document :

Beroep ingesteld op 20 mei 2020 – Molina Fernández/GAR

(Zaak T-304/20)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Laura Molina Fernández (Madrid, Spanje) (vertegenwoordigers: S. Rodríguez Bajón en A. Gómez-Acebo Dennes, advocaten)

Verwerende partij: Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht het bestreden besluit nietig te verklaren.

Middelen en voornaamste argumenten

Dit beroep is gericht tegen besluit SRB/EES/2020/52 van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad van 17 maart 2020 om te bepalen of compensatie moet worden toegekend aan de aandeelhouders en crediteuren ten aanzien van wie de afwikkelingsmaatregelen aangaande Banco Popular Español, S.A. zijn genomen.

Ter onderbouwing van haar beroep voert verzoekster drie middelen aan.

Volgens verzoekster is voldoende onderbouwd dat het waardering 3-verslag niet is opgesteld door een daadwerkelijk onafhankelijke taxateur, zoals is voorgeschreven in artikel 20, leden 16 tot en met 18, van verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB 2014, L 225, blz. 1).

Voorts is voldoende onderbouwd dat het waardering 3-verslag onrechtmatig is omdat de door Deloitte gebruikte analysemethode onjuist is, waardoor ook de bereikte conclusies onjuist zijn en verzoekster zwaar wordt geschaad in haar belangen. Ten onrechte ontvangt zij niet de compensatie waar zij recht op heeft.

Bij de waardering 3 is uitgegaan van een onjuiste aanname met betrekking tot de financiële situatie van Banco Popular op het moment van de afwikkeling.

____________