Language of document : ECLI:EU:T:2011:64





Beschikking van de president van het Gerecht van 2 maart 2011 – Westfälisch-Lippischer Sparkassen- und Giroverband/Commissie

(Zaak T‑22/11 R)

„Kort geding – Verzoek om voorlopige maatregelen – Kennelijke niet-ontvankelijkheid”

Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Belang van verzoeker bij gevraagde opschorting – Opschorting van tenuitvoerlegging van door Gerecht toegekende maatregel – Niet-ontvankelijkheid van nieuw verzoek in kort geding met zelfde voorwerp en zonder belang voor verzoeker (Art. 278 VWEU; reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 1) (cf. punten 10‑12)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging van de beschikking van de Commissie van 21 december 2010 C(2010) 9525 def., betreffende staatssteun (MC 8/2009 en C 43/2009 – Duitsland – WestLB overdrachten), voor zover daaruit volgt dat een einde moet worden gemaakt aan de nieuwe verrichtingen van Westdeutsche Immobilien Bank AG na 15 februari 2011

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

Op het verzoek tot tussenkomst van de Bondsrepubliek Duitsland behoeft niet te worden beslist.

3)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.