Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 20 december 2001 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Ierland

    (Zaak C-494/01)

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 20 december 2001 beroep tegen Ierland ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door R. Wainwright als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoekster concludeert dat het den Hove behage:

( vast te stellen dat Ierland, door niet de maatregelen te treffen die nodig zijn voor het correct uitvoeren van de artikelen 4, 5, 8, 9, 10, 12, 13 en 14 van richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen1, zoals gewijzigd bij richtlijn 91/156/EEG van de Raad2, de krachtens die artikelen van genoemde richtlijn op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen;

( vast te stellen dat Ierland, door niet volledig en afdoende te antwoorden op een verzoek om inlichtingen van 20 september 1999 betreffende een afvalexploitatie te Fermoy, County Cork, de krachtens artikel 10 EG op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen;

( Ierland te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

a)Volgens de Commissie is Ierland de krachtens de artikelen 9 en 10 van de richtlijn op hem rustende verplichtingen niet nagekomen door er niet voor te zorgen dat alle inrichtingen en ondernemingen die de in bijlage II A (verwijderingshandelingen) en bijlage II B (nuttige toepassing) van de richtlijn genoemde handelingen verrichten, een vergunning hebben.

b)De uitvoering en de toepassing van artikel 12 van richtlijn 75/442/EEG zijn om de volgende redenen ontoereikend:

Volgens de richtlijn had vanaf het verstrijken van de termijn voor de uitvoering van richtlijn 91/156/EEG een nationale regeling betreffende het vereiste van een vergunning of van inschrijving van toepassing moeten zijn. De Waste Management (Collection Permit) Regulations 2001 garanderen niet dat alle inzameling van afvalstoffen daadwerkelijk op grond van een vergunning wordt verricht. Bovendien heeft de Commissie nog geen bevestiging gekregen dat alle inzameling van afvalstoffen in Ierland thans op grond van een vergunning wordt verricht.

c)Volgens de Commissie blijkt uit de zeer onvolledige toepassing van de vergunningbepalingen van artikel 9 dat Ierland nog steeds niet de nodige maatregelen heeft genomen om een geïntegreerd en toereikend net van verwijderingsinstallaties op te zetten, zoals artikel 5 van de richtlijn voorschrijft.

d)Aangezien Ierland toestaat dat een aanzienlijke hoeveelheid afvalstoffen reeds lange tijd zonder vergunning in de zin van artikel 9 van de richtlijn wordt verwijderd of nuttig toegepast, kan niet worden aangenomen dit land de maatregelen heeft genomen die nodig zijn voor de uitvoering van artikel 4 (maatregelen om ervoor te zorgen dat de nuttige toepassing of de verwijdering van afvalstoffen plaatsvindt zonder gevaar voor de gezondheid van de mens en zonder dat procédés of methoden worden aangewend die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben), omdat zonder een vergunning de methoden van verwijdering en nuttige toepassing niet naar behoren kunnen worden geregeld en gecontroleerd.

e)Volgens de Commissie is Ierland de krachtens artikel 8 van de richtlijn op hem rustende verplichtingen niet nagekomen doordat het niet ervoor heeft gezorgd dat degenen die zonder vergunning verkregen afvalstoffen houden, deze op de betrokken plaatsen afgeven aan een particuliere of openbare ophaler of aan een onderneming die de in bijlage II A of II B bedoelde handelingen verricht, of zelf zorg dragen voor de nuttige toepassing of de verwijdering van de afvalstoffen in overeenstemming met de bepalingen van deze richtlijn.

f)Verder is de Commissie van mening dat Ierland, door de vergunningbepalingen van de artikelen 9 en 10 van de richtlijn niet in acht te nemen, de verplichtingen niet nakomt die op hem rusten krachtens artikel 13 van de richtlijn, volgens hetwelk inrichtingen of ondernemingen die handelingen in verband met afvalstoffen verrichten, door de bevoegde instanties periodiek moeten worden gecontroleerd, en krachtens artikel 14 van de richtlijn, volgens hetwelk dergelijke inrichtingen of ondernemingen registers bijhouden en de daarin opgenomen gegevens op verzoek aan de bevoegde instanties verstrekken.

C

____________

1 - Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (PB L 194, van 25.7.1975, blz. 39).

2 - PB L 78, van 26.3.1991, blz. 32.