Language of document :

Arrest van het Gerecht van 29 september 2021 – Nec/Commissie

(Zaak T-341/18)1

(„Mededinging – Mededingingsregelingen – Markt voor elektrolytische condensatoren van aluminium en elektrolytische condensatoren van tantaal – Besluit waarbij een inbreuk op artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst wordt vastgesteld – Onderlinge afstemming van de prijzen in de volledige EER – Toerekening aan de moedermaatschappij van een inbreuk van haar dochteronderneming – Richtsnoeren van 2006 voor de berekening van geldboeten – Zwaarte van de inbreuk – Verhoging van de geldboete wegens recidive – Evenredigheid – Volledige rechtsmacht”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Nec Corp. (Tokyo, Japan) (vertegenwoordigers: O. Brouwer, A. Pliego Selie, advocaten, en R. Bachour, solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Cleenewerck de Crayencour, L. Wildpanner en F. van Schaik, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot, primair, nietigverklaring van besluit C(2018) 1768 final van de Commissie van 21 maart 2018 inzake een procedure op grond van artikel 101 [VWEU] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak AT.40136 – Condensatoren), voor zover daarin wordt vastgesteld dat verzoekster persoonlijk aan de inbreuk heeft deelgenomen, en, subsidiair, nietigverklaring of vermindering van de aan verzoekster opgelegde geldboeten

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Nec Corp. draagt haar eigen kosten en die van de Europese Commissie.

____________

1     PB C 294 van 20.8.2018.