Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 27 februari 2013 –
Bloufin Touna Ellas Naftiki Etaireia e.a./Commissie
(Zaak T‑367/10)
„Visserij – Maatregelen voor instandhouding van visbestanden – Herstel van blauwvintonijnbestanden – Verbod op visserij door ringzegenvaartuigen die vlag van Frankrijk of Griekenland voeren – Beroep tot nietigverklaring – Regelgevingshandeling die geen uitvoeringsregelingen met zich meebrengt – Rechtstreeks geraakt – Ontvankelijkheid – Hoeveelheid quota die per staat en per ringzegenvaartuig zijn opgebruikt – Werkelijke vangstcapaciteit”
1. Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Begrip regelgevingshandeling in de zin van artikel 263, vierde alinea, VWEU – Elke handeling van algemene strekking met uitzondering van wetgevingshandelingen – Verordening van de Commissie tot vaststelling van verbod op visserij op blauwvintonijn door ringzegenvaartuigen die vlag van Frankrijk of Griekenland voeren – Daaronder begrepen – Handeling die geen uitvoeringsregelingen met zich meebrengt in de zin van deze verdragsbepaling (Art. 263, vierde alinea, VWEU; verordening nr. 1224/2009 van de Raad, art. 36, lid 2; verordening nr. 498/2010 van de Commissie) (cf. punten 17‑22)
2. Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Procesbelang – Beroep tegen verordening van de Commissie tot vaststelling van verbod op visserij op blauwvintonijn door ringzegenvaartuigen die vlag van Frankrijk of Griekenland voeren – Niet opgebruikt zijn van aan deze ringzegenvaartuigen toegekende vangstquotum op datum van sluiting van visserij op blauwvintonijn – Aanzienlijke vermindering van oorspronkelijk toegekend vangstquotum wegens deze sluiting – Voortbestaan van procesbelang – Ontvankelijkheid (Art. 263, vierde alinea, VWEU; verordening nr. 498/2010 van de Commissie) (cf. punten 24‑29)
3. Visserij – Instandhouding van rijkdommen van zee – Maatregelen tot vaststelling van verbod op visserij op blauwvintonijn door ringzegenvaartuigen die vlag van Frankrijk of Griekenland voeren – Discriminatie wegens vervroegde stopzetting van visserij op zelfde datum voor Griekse, Spaanse en Franse ringzegenvaartuigen en vaststelling van verbodsmaatregelen op verschillende data – Behandeling op basis van werkelijke vangstcapaciteit van ringzegenvaartuigen voor blauwvintonijn en op basis van berekeningsmethode volgens objectieve criteria – Zelfde datum van verbod op visserij op blauwvintonijn ondanks vaststelling van maatregelen op verschillende data – Discriminatieverbod – Geen schending (Verordeningen van de Commissie nr. 498/2010 en nr. 508/2010) (cf. punten 32, 33, 38‑45, 47, 49, 51, 53, 54, 57‑60)
4. Visserij – Instandhouding van rijkdommen van zee – Maatregelen tot vaststelling van verbod op visserij op blauwvintonijn door ringzegenvaartuigen die vlag van Frankrijk of Griekenland voeren – Evenredigheidsbeginsel – Beoordelingsbevoegdheid van de Uniewetgever – Rechterlijke toetsing – Grenzen (Verordening nr. 1224/2009 van de Raad; verordening nr. 498/2010 van de Commissie) (cf. punten 63‑66)
5. Beroep tot nietigverklaring – Bestreden handeling – Beoordeling van wettigheid – Criteria (Art. 263 VWEU) (cf. punt 70)
Voorwerp
| Nietigverklaring van verordening (EU) nr. 498/2010 van de Commissie van 9 juni 2010 tot vaststelling van een verbod op de visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee door ringzegenvaartuigen die de vlag voeren van of zijn geregistreerd in Frankrijk of Griekenland (PB L 142, blz. 1) |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Bloufin Touna Ellas Naftiki Etaireia, Chrisderic en André Sébastien Fortassier worden verwezen in de kosten. |