Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 20 maart 2013 door Reber Holding GmbH & Co. KG tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 17 januari 2013 in zaak T-355/09, Reber Holding GmbH & Co. KG/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

(Zaak C-141/13 P)

Procestaal: Duits

Partijen

Rekwirante: Reber Holding GmbH & Co. KG (vertegenwoordigers: O. Spuhler en M. Geitz, Rechtsanwälte)

Andere partijen in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), Wedl & Hofmann GmbH

Conclusies

Rekwirante verzoekt het Hof:

het arrest van het Gerecht van 17 januari 2013 in zaak T-355/09 en de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM van 9 juli 2009 in zaak R 623/2008-4 te vernietigen

subsidiair, het onder I bedoelde arrest te vernietigen en de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht;

het BHIM te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirante betoogt dat het Gerecht het wezenlijke bestanddeel "normaal gebruik" van artikel 42, lid 2, eerste volzin, juncto lid 3, van verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk, aldus heeft uitgelegd dat het afhangt van de omvang van de omzet en het aantal verkooppunten. Deze uitlegging is alleen al onjuist omdat overeenkomstig de rechtspraak van het Hof het behalen van een concrete omzet geenszins is vereist om te kunnen spreken van normaal gebruik.

Het Gerecht had, zelfs indien het zou hebben vastgesteld dat in de onderhavige zaak het merk waarop de oppositie was gesteund, "Walzertraum", voor chocoladeproducten niet is gebruikt op een wijze die de rechten in stand houdt, zijn beoordeling niet zomaar mogen afbreken.

Het Gerecht had in een volgend stadium van de beoordeling, met inachtneming van de beginselen van het arrest van het Hof van 19 juni 2012 in zaak C-307/10 (nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie), rekening moeten houden met het feit dat het hier om handgemaakte pralines gaat. Het had dan moeten nagaan of de overgelegde bewijsstukken volstaan om een normaal gebruik van het merk waarop de oppositie was gesteund, "Waltzertraum", voor handgemaakte pralines aan te tonen. Dat is volgens rekwirante het geval. Het Gerecht is echter niet overgegaan tot een dergelijk onderzoek.

Voorts schendt het bestreden arrest ook het algemene beginsel van gelijke behandeling. De ongelijke behandeling ligt in het bijzonder daarin dat het Gerecht ook bij het merk waarop de oppositie was gesteund zich gericht heeft op chocoladeproducten in het algemeen, hoewel dit merk werd gebruikt voor handgemaakte pralines. Door chocoladeproducten als referentiepunt te nemen, worden rekwirante automatisch dezelfde maatstaven voor normaal gebruik opgelegd als een multinational. Dit vormt schending van het algemene beginsel van gelijke behandeling.

De hogere voorziening moet derhalve volledig worden toegewezen.

____________