Language of document : ECLI:EU:T:2013:307

Zaak T‑2/11

Portugese Republiek

tegen

Europese Commissie

„EOGFL – Afdeling Garantie – ELGF en Elfpo – Van financiering uitgesloten uitgaven – Uitgaven die zijn verricht in kader van maatregel POSEI (begrotingsjaren 2005, 2006 en 2007)”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 7 juni 2013

1.      Landbouw – EOGFL – Goedkeuring van rekeningen – Definitieve weigering bepaalde uitgaven ten laste te nemen – Noodzaak van voorafgaande procedure op tegenspraak

2.      Landbouw – EOGFL – Goedkeuring van rekeningen – Voorbereiding van beschikkingen – Schriftelijke mededeling door de Commissie aan lidstaten van resultaten van haar verificaties – Inhoud – Gevolgen bij niet-inachtneming

(Verordeningen van de Raad nr. 1258/1999, art. 7, lid 4, vijfde alinea, en nr. 1290/2005, art. 31; verordeningen van de Commissie nr. 1663/95, art. 8, lid 1, eerste alinea, en nr. 885/2006, art. 11, lid 1, eerste alinea)

3.      Landbouw – EOGFL – Goedkeuring van rekeningen – Periode waarvoor financiële correctie kan worden opgelegd – Periode vóór datum van schriftelijke mededeling van resultaten van verificaties – Toelaatbaarheid – Voorwaarden – Mogelijkheid voor betrokken lidstaat om geconstateerde onregelmatigheden te verhelpen – Recht van de Commissie om rekening te houden met tijdvakken betreffende afgelopen verkoopseizoenen waarop controlebezoek geen betrekking had en waarvoor geen rechtzetting mogelijk was – Geen

(Verordeningen van de Commissie nr. 1663/95, art. 8, en nr. 885/2006, art. 11)

4.      Landbouw – EOGFL – Goedkeuring van rekeningen – Weigering uitgaven ten laste te nemen die gevolg zijn van onregelmatigheden bij toepassing van regelgeving van de Unie – Betwisting door betrokken lidstaat – Bewijslast – Verdeling onder de Commissie en lidstaat

(Verordening nr. 1258/1999 van de Raad)

5.      Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Financiering door EOGFL – Beginselen – Uitgaven in overeenstemming met communautaire voorschriften – Verplichting van lidstaten om doelmatig stelsel van administratieve controles en inspecties ter plaatse op te zetten – Omvang – Niet-betrouwbare controles – Weigering uitgaven ten laste van Fonds te nemen

(Art. 4 VEU; verordening nr. 1258/1999 van de Raad, art. 8; verordening nr. 43/2003 van de Commissie, art. 58, lid 1)

6.      Landbouw – EOGFL – Goedkeuring van rekeningen – Toekenning van steun en premies – Verplichting van lidstaten om doelmatig stelsel van administratieve controles en inspecties ter plaatse op te zetten – Weigering door nationale autoriteiten om na dergelijke controle bepaalde uitgaven te betalen vanwege constatering van onregelmatigheden – Geen maatregel die waarborgt dat EOGFL aanvragen financiert die in overeenstemming zijn met regelgeving van de Unie

(Verordening nr. 43/2003 van de Commissie, art. 58)

7.      Landbouw – EOGFL – Goedkeuring van rekeningen – Voorbereiding van beschikkingen – Beginsel van gelijke behandeling – Draagwijdte – Vergelijkbaarheid van aangevoerde gevallen, gelet op alle kenmerken ervan

8.      Landbouw – EOGFL – Goedkeuring van rekeningen – Weigering uitgaven ten laste te nemen die gevolg zijn van onregelmatigheden bij toepassing van regelgeving van de Unie – Evaluatie van financiële impact – Betwisting door betrokken lidstaat – Bewijslast

9.      Landbouw – EOGFL – Goedkeuring van rekeningen – Weigering uitgaven ten laste te nemen die gevolg zijn van onregelmatigheden bij toepassing van regelgeving van de Unie – Betwisting door betrokken lidstaat – Bewijslast – Inachtneming van evenredigheidsbeginsel –Strekking

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 54)

2.      In het kader van de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL moet de eerste schriftelijke mededeling door de Commissie aan de lidstaten na afloop van de door haar verrichte verificaties overeenkomstig artikel 11, lid 1, eerste alinea, van verordening nr. 885/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening nr. 1290/2005 met betrekking tot de erkenning van de betaalorganen en andere instanties en de goedkeuring van de rekeningen inzake het ELGF en het Elfpo, de resultaten vermelden van de verificaties van de Commissie betreffende de uitgaven die door de betrokken lidstaat niet overeenkomstig de communautaire voorschriften zijn gedaan, en aangeven welke correctiemaatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat die voorschriften in de toekomst worden nageleefd.

Daarbij moet die mededeling de lidstaat volledig inlichten omtrent de bezwaren van de Commissie, zodat zij de waarschuwende functie kan vervullen die een dergelijke mededeling volgens artikel 8, lid 1, eerste alinea van verordening nr. 1663/95 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening nr. 729/70 aangaande de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie, en volgens artikel 7, lid 4, van verordening nr. 1258/1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moet hebben. Bijgevolg moet de Commissie in de eerste mededeling in de zin van artikel 8, lid 1, van verordening nr. 1663/95 het voorwerp van het door haar diensten gevoerde onderzoek alsook de tijdens dat onderzoek vastgestelde tekortkomingen voldoende nauwkeurig aangeven, aangezien deze tekortkomingen later kunnen worden aangevoerd als een bewijs voor de ernstige en redelijke twijfel die zij koestert omtrent de door de nationale autoriteiten uitgevoerde controles of de door hen overgelegde cijfers, en aldus de financiële correcties kunnen rechtvaardigen waarin is voorzien bij de eindbeslissing houdende onttrekking aan communautaire financiering van bepaalde uitgaven die de betrokken lidstaat in het kader van het EOGFL heeft verricht.

Slechts een dergelijke mededeling kan waarborgen dat de bezwaren van de Commissie volledig bekend zijn en het referentiepunt vormen voor de berekening van de termijn van 24 maanden waarin is voorzien bij artikel 7, lid 4, vijfde alinea, van verordening nr. 1258/1999 en artikel 31 van verordening nr. 1290/2005. Volgens artikel 8, lid 1, van verordening nr. 1663/95 en artikel 11 van verordening nr. 885/2006, gelezen in samenhang met artikel 7, lid 4, vijfde alinea, van verordening nr. 1258/1999, kan de Commissie immers geen uitgaven uitsluiten die meer dan 24 maanden voordat zij de resultaten van de verificaties schriftelijk aan de betrokken lidstaat heeft meegedeeld, zijn gedaan. De niet-naleving van de in artikel 8, lid 1, van verordening nr. 1663/95 en in artikel 11 van verordening nr. 885/2006 gestelde voorwaarde zou de procedurele waarborg uithollen die artikel 7, lid 4, vijfde alinea, van verordening nr. 1258/1999 aan de lidstaten toekent en die inhoudt dat het EOGFL de financiering slechts kan weigeren wanneer de uitgaven binnen een bepaalde periode zijn gedaan.

(cf. punten 57‑62, 79)

3.      In het kader van de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL moeten de resultaten van de verificaties van de Commissie, die de grondslag van elke financiële correctie vormen, zo spoedig mogelijk aan de betrokken lidstaat worden meegedeeld, zodat deze laatste de geconstateerde gebreken zo snel mogelijk kan verhelpen om zo in de toekomst nieuwe correcties te voorkomen. Voorts blijkt uit zowel artikel 8 van verordening nr. 1663/95 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening nr. 729/70 aangaande de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie, als artikel 11 van verordening nr. 885/2006 dat de Commissie, wanneer de betrokken lidstaat de door haar vastgestelde onregelmatigheden niet verhelpt, uitgaven waarvoor de communautaire voorschriften niet zijn nageleefd, aan de financiering kan onttrekken totdat de door haar opgelegde correctiemaatregelen effectief worden.

In dat verband is de Commissie, wanneer de resultaten niet tijdig worden meegedeeld en onregelmatigheden die de toepassing van een financiële correctie rechtvaardigen, voortduren na de datum van de schriftelijke mededeling, bevoegd en zelfs verplicht dit in aanmerking te nemen bij het bepalen van de periode waarop de betrokken financiële correctie betrekking dient te hebben. De verplichting voor de Commissie om een financiële correctie toe te passen voor een eerdere periode mag evenwel niet gelden voor een tijdvak dat niet viel onder het controlebezoek en voorafging aan de datum van de eerste mededeling van de verificaties, aangezien de lidstaat, die pas na afloop van de betrokken verkoopseizoenen in kennis was gesteld van de geconstateerde onregelmatigheden, niet tijdig corrigerende maatregelen kon nemen. Bij elke andere uitlegging zou de Commissie dergelijke financiële correcties kunnen opleggen voor een periode vóór de datum van de eerste mededeling zonder dat de lidstaat vooraf werd geïnformeerd en in staat werd gesteld de onregelmatigheden te verhelpen.

(cf. punten 63, 79, 80, 82‑85)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 99‑102, 131‑133)

5.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 108, 109, 112, 149)

6.      Wanneer door een nationale autoriteit een onregelmatigheid wordt vastgesteld tijdens een controle ter plaatse van een steekproef van de steunaanvragen uit hoofde van artikel 58 van verordening nr. 43/2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van de verordeningen nr. 1452/2001, nr. 1453/2001 en nr. 1454/2001 ten aanzien van de steun voor de plaatselijke productie van plantaardige producten in de ultraperifere regio’s van de Unie, kan een van die autoriteit uitgaande weigering van betaling die beperkt is tot uitsluitend die aanvragen waarvoor de onregelmatigheid reeds is vastgesteld, niet worden geacht de vaststelling van een tekortkoming te verhelpen en aldus te waarborgen dat het EOGFL slechts aanvragen financiert die in overeenstemming zijn met de regelgeving van de Unie. De nationale autoriteit had immers rekening moeten houden met het binnen de gecontroleerde streekproef vastgestelde foutenpercentage en dit foutenpercentage moeten toepassen op het gehele vastgestelde statistische universum, waardoor het door het EOGFL geleden verlies kon worden vastgesteld.

(cf. punten 128, 129)

7.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 138‑140)

8.      Op het gebied van de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL dient de lidstaat, wanneer de Commissie in plaats van alle uitgaven af te wijzen waarop de inbreuk van invloed is geweest, probeert regels vast te stellen om een verschillende behandeling van onregelmatigheden mogelijk te maken, al naargelang de mate van tekortschieten van de controles en van het door het EOGFL gelopen risico, te bewijzen dat deze criteria willekeurig en onbillijk zijn.

(cf. punt 147)

9.      Het EOGFL financiert uitsluitend interventies die volgens de communautaire regels in het kader van de gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten plaatsvinden en steun die is uitbetaald zonder dat is voldaan aan een voorwaarde inzake bewijs- of controleformaliteiten, mag niet ten laste van het EOGFL worden gebracht. Hieruit volgt dat de omstandigheid dat de gemiddelde oppervlakte van een landbouwbedrijf zeer klein is, en dat een meetfout die onbeduidend is in termen van oppervlakte, resulteert in een bijzonder hoog foutenpercentage, en dat bijgevolg de door de Commissie via extrapolatie vastgestelde correcties ook hoog zijn, het risico van benadeling van het EOGFL niet uitsluit. In die omstandigheden is de Commissie gerechtigd de uitgaven in verband met de ten laste van het EOGFL gebrachte hoeveelheden van communautaire financiering uit te sluiten.

(cf. punten 149, 150)