Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Tribunale ordinario di Torino (Italië) op 12 mei 2016 – VCAST Limited / R.T.I. SpA

(Zaak C-265/16)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale ordinario di Torino

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: VCAST Limited

Verwerende partij: R.T.I. SpA

Prejudiciële vragen

Is een nationale regeling die het een commerciële ondernemer verbiedt om aan particulieren de dienst aan te bieden van het zonder toestemming van de rechthebbende op afstand als video opslaan van privékopieën van auteursrechtelijk beschermde werken met behulp van het zogenoemde cloud computing, waartoe hij actief moet bijdragen, verenigbaar met het gemeenschapsrecht – meer bepaald artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij1 (althans richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel2 , in de interne markt en het Oprichtingsverdrag)?

Is een nationale regeling die het een commerciële ondernemer toestaat om aan particulieren de dienst aan te bieden van het ook zonder toestemming van de rechthebbende op afstand als video opslaan van privékopieën van auteursrechtelijk beschermde werken met behulp van het zogenoemde cloud computing, hoewel hij daartoe actief moet bijdragen, mits aan de rechthebbende een forfaitaire vergoeding wordt betaald, waarvoor in wezen een regeling van verplichte licenties geldt, verenigbaar met het gemeenschapsrecht – meer bepaald artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (althans richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt en het Oprichtingsverdrag)?

____________

1 PB L 167, blz. 10.

2 „Richtlijn inzake elektronische handel”, PB L 178, blz. 1.