Language of document :

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET HOF

27 augustus 2024 (*)

„ Doorhaling ”

In zaak C‑551/23 [Cassen](1),

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Raad van State (Nederland) bij beslissing van 30 augustus 2023, ingekomen bij het Hof op diezelfde dag, in de procedure

Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

S&A,

AA&A,

andere partij bij de procedure:

M,

geeft

DE PRESIDENT VAN HET HOF,

advocaat-generaal L. Medina gehoord,

de navolgende

Beschikking

1        Bij brief van 25 juni 2024 heeft de griffie van het Hof de Raad van State (Nederland) het arrest van 18 juni 2024, Bundesrepublik Deutschland (C‑753/22, EU:C:2024:524), toegezonden met het verzoek om aan te geven of hij in het licht van dat arrest zijn verzoek om een prejudiciële beslissing wenste te handhaven.

2        De verwijzende rechter heeft het Hof op 15 augustus 2024 via e‑Curia laten weten dat hij dit verzoek om een prejudiciële beslissing niet wenste te handhaven.

3        Bijgevolg dient krachtens artikel 100 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof de doorhaling van deze zaak in het register van het Hof te worden gelast.

4        Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.

De president van het Hof beschikt:

Zaak C551/23 wordt doorgehaald in het register van het Hof.

Luxemburg, 27 augustus 2024.

De griffier

 

De president

A. Calot Escobar

 

K. Lenaerts


* Procestaal: Nederlands.


1 Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.