Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 30 november 2011 – Sniace/Commissie
(Zaak T‑238/09)
„Staatssteun – Schuldherschikkingsovereenkomsten – Beschikking waarbij steun onverenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard – Motiveringsplicht”
1. Procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in loop van geding – Voorwaarden – Nieuw middel – Begrip (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48, lid 2) (cf. punten 31‑35, 87)
2. Steunmaatregelen van de staten – Beschikking van Commissie houdende vaststelling van onverenigbaarheid van steunmaatregel met gemeenschappelijke markt – Motiveringsplicht – Omvang – Beoordeling volgens criterium van particuliere schuldeiser (Art. 87, lid 1, EG en 253 EG) (cf. punten 37‑38, 54, 67)
3. Steunmaatregelen van de staten – Beschikking van Commissie houdende vaststelling van onverenigbaarheid van steunmaatregel met gemeenschappelijke markt – Motiveringsplicht – Omvang – Kenschetsing van aantasting van mededinging en ongunstige beïnvloeding van handelsverkeer tussen lidstaten (Art. 87, lid 1, EG en 253 EG) (cf. punten 76‑77, 81)
Voorwerp
| Beroep tot nietigverklaring van beschikking 2009/612/EG van de Commissie van 10 maart 2009 betreffende maatregel C 5/2000 (ex NN 118/97) die door Spanje is uitgevoerd ten gunste van Sniace SA, gevestigd te Torrelavega, Cantabrië, en tot wijziging van beschikking 1999/395/EG (PB L 210, blz. 4) |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Sniace, SA wordt verwezen in haar eigen kosten alsook in die van de Europese Commissie, de kosten betreffende de procedure in kort geding daaronder begrepen. |