Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 25 mei 2004 ingesteld door Ryanair Limited tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-196/04)

Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 25 mei 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Ryanair Limited, gevestigd te Dublin, Ierland, vertegenwoordigd door D. Gleeson en A. Collins, barristers, en V. Power, solicitor.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

─    nietig te verklaren de beschikking van 12 februari 2004 betreffende de voordelen die het Waalse Gewest en Brussels South Charleroi Airport aan de luchtvaartmaatschappij Ryanair hebben verleend bij haar vestiging in Charleroi;

─    de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster is een in goedkope vluchten gespecialiseerde luchtvaartmaatschappij. Toen verzoekster een basis op Brussels South Charleroi Airport vestigde, heeft het Belgische Waalse Gewest ten gunste van verzoekster een aantal steunmaatregelen ten uitvoer gelegd. In de bestreden beschikking staat de Commissie op het standpunt dat een gedeelte van deze maatregelen, namelijk de verlaging van landingsrechten en kortingen op grondafhandelingsdiensten, met de gemeenschappelijke markt onverenigbare staatssteun in de zin van artikel 87 EG vormt. Een aantal andere door de luchthaven aan verzoekster toegekende steunmaatregelen zijn bij deze beschikking onder bepaalde voorwaarden met de gemeenschappelijke markt verenigbaar verklaard.

Tot staving van de vordering tot nietigverklaring van deze beschikking voert verzoekster aan dat de motiveringsplicht van artikel 253 EG is geschonden. Verzoekster stelt in het bijzonder dat er in de bestreden beschikking geen redenen voor zijn gegeven dat het Waalse Gewest en de luchthaven als onafhankelijke lichamen worden behandeld hoewel het Gewest de luchthaven in eigendom heeft en beheert. Voorts stelt verzoekster dat niet is gemotiveerd waarom het Gewest als een wetgever/regelgever wordt aangemerkt en niet als eigenaar van de luchthaven, en dat de Commissie heeft nagelaten bewijs van de handelwijze van andere luchthavens in aanmerking te nemen en geen juiste evaluatie heeft gegeven van het bedrijfsplan van de luchthaven.

Tevens stelt verzoekster dat artikel 87 EG onjuist is toegepast omdat niet aan alle elementen van lid 1 van dat artikel was voldaan; objectief gezien vormt de overeenkomst geen staatssteun; en de Commissie heeft verzuimd de situatie vanuit het gezichtpunt van zowel de gestelde steunverlener als de steunverkrijger te onderzoeken.

____________