Language of document : ECLI:EU:C:2016:87

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer)

17 februari 2016 (*)

„Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefindeling – Gecombineerde nomenclatuur – Post 3004 – Bruistabletten met een calciumgehalte van 500 mg – Gehalte aan een stof per aanbevolen dagelijkse dosis dat aanzienlijk hoger is dan de voor het behoud van de algemene gezondheid of het welzijn aanbevolen dagelijkse hoeveelheid”

In zaak C‑124/15,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het Finanzgericht Hamburg bij beslissing van 24 februari 2015, ingekomen bij het Hof op 12 maart 2015, in de procedure

Salutas Pharma GmbH

tegen

Hauptzollamt Hannover,

wijst

HET HOF (Eerste kamer),

samengesteld als volgt: R. Silva de Lapuerta, kamerpresident, A. Arabadjiev, J.‑C. Bonichot, C. G. Fernlund en S. Rodin (rapporteur), rechters,

advocaat-generaal: P. Mengozzi,

griffier: A. Calot Escobar,

gezien de stukken,

gelet op de opmerkingen van:

–        Salutas Pharma GmbH, vertegenwoordigd door M. Niestedt en K. Göcke, Rechtsanwälte,

–        het Hauptzollamt Hannover, vertegenwoordigd door T. Röper als gemachtigde,

–        de Hongaarse regering, vertegenwoordigd door M. Z. Fehér en A. M. Pálfy als gemachtigden,

–        de Europese Commissie, vertegenwoordigd door A. Caeiros en M. Wasmeier als gemachtigden,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1        Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van de Gecombineerde Nomenclatuur van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), in de versie van verordening (EU) nr. 1006/2011 van de Commissie van 27 september 2011 (PB L 282, blz. 1; hierna: „GN”).

2        Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Salutas Pharma GmbH (hierna: „Salutas Pharma”), een onderneming die farmaceutische producten produceert en distribueert, en het Hauptzollamt Hannover (hoofddouanekantoor van Hannover; hierna: „douanekantoor”), over de tariefindeling van bruistabletten met de handelsbenaming „Calcium-Sandoz Forte 500 mg”.

 Toepasselijke bepalingen

 Geharmoniseerde Systeem (GS)

3        De Internationale Douaneraad, thans de Werelddouaneorganisatie (WCO), werd opgericht bij het op 15 december 1950 te Brussel gesloten Verdrag houdende instelling ervan. Het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen (hierna: „GS”) is opgesteld door de WCO, en is aangenomen bij het op 14 juni 1983 te Brussel gesloten Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: „GS-verdrag”), dat met zijn wijzigingsprotocol van 24 juni 1986 namens de Europese Economische Gemeenschap is goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB L 198, blz. 1).

4        Krachtens artikel 3, lid 1, van het GS-verdrag verbindt elke verdragsluitende partij zich om haar tariefnomenclatuur en haar statistieknomenclaturen in overeenstemming te doen zijn met het GS, om alle posten en onderverdelingen ervan, zonder enige toevoeging of wijziging, alsmede de daarop betrekking hebbende numerieke codes te gebruiken, en om de volgorde van nummering van het systeem in acht te nemen. Elke verdragsluitende partij verbindt zich ook om de algemene regels voor de interpretatie van het GS, alsmede alle aantekeningen op de afdelingen, de hoofdstukken en de onderverdelingen van het GS toe te passen en de draagwijdte daarvan niet te wijzigen.

5        De WCO keurt, onder de voorwaarden als bepaald in artikel 8 van het GS-verdrag, de toelichtingen en de indelingsadviezen goed die worden vastgesteld door het comité voor het GS.

6        Post 21.06 van het GS betreft „[p]roducten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen”.

7        De toelichting op deze post preciseert:

„Voor zover zij niet zijn begrepen onder andere posten van de nomenclatuur, omvat deze post:

[...]

B)      Bereidingen die geheel of gedeeltelijk uit voedingsstoffen bestaan en die gebruikt worden bij de vervaardiging van dranken of producten voor menselijke consumptie. De post omvat onder meer bereidingen die zijn samengesteld uit mengsels van chemicaliën (organische zuren, calciumzouten, enz.) en voedingsstoffen (meel of bloem, suiker, melkpoeder, enz.) en die bestemd zijn om aan preparaten voor menselijke consumptie te worden toegevoegd [...]

[...]

Deze post omvat bv.:

[...]

16)      preparaten, vaak voedingssupplementen genoemd, op basis van plantenextracten, vruchtenconcentraten, honing, fructose, enz., waaraan vitaminen en soms zeer kleine hoeveelheden ijzerverbindingen zijn toegevoegd. Deze preparaten zijn dikwijls opgemaakt in verpakkingen met de aanduiding dat zij bestemd zijn om het organisme gezond te houden. Soortgelijke preparaten die bestemd zijn om ziekten of kwalen te voorkomen of te behandelen, zijn echter uitgezonderd (post 30.03 of 30.04).

[...]”

8        Post 30.04 van het GS luidt als volgt:

„Geneesmiddelen (andere dan producten bedoeld bij de posten 30.02, 30.05 en 30.06), bestaande uit al dan niet vermengde producten voor therapeutisch of profylactisch gebruik, in afgemeten hoeveelheden (ook die in de vorm van systemen voor gereguleerde toediening door de huid), dan wel opgemaakt voor de verkoop in het klein.”

9        In de toelichting op post 30.04 van het GS heet het dat van die post uitgezonderd zijn „voedingssupplementen die vitaminen en minerale zouten bevatten en die bestemd zijn om het organisme gezond te houden, maar die geen aanwijzing bevatten betreffende het voorkomen of het behandelen van een ziekte. Deze producten, die gewoonlijk vloeibaar zijn, maar ook in poeder- of in tabletvorm kunnen zijn opgemaakt, worden in de regel ingedeeld onder post 21.06 of hoofdstuk 22.”

 GN

10      In de GN, die gebaseerd is op het GS, zijn de posten en onderverdelingen van de GS tot zes cijfers overgenomen, terwijl alleen het zevende en achtste cijfer verdere onderverdelingen bevatten, die specifiek zijn voor de GN.

11      Volgens artikel 12, lid 1, van verordening nr. 2658/87, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 254/2000 van de Raad van 31 januari 2000 (PB L 28, blz. 16), stelt de Europese Commissie jaarlijks bij verordening een volledige versie vast van de GN en van het tarief van de douanerechten, zoals die uit de door de Raad van de Europese Unie of de Commissie vastgestelde maatregelen voortvloeit. Die verordening is van toepassing vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar.

12      De posten 2106 en 3004 van de GN nemen de bewoordingen van de posten 21.06 en 30.04 van het GS over.

13      Postonderverdeling 3004 90 00 van de GN luidt: „andere”.

14      Aanvullende aantekening 1 op hoofdstuk 30 van de GN luidt als volgt:

„Tot post 3004 behoren plantaardige geneeskrachtige bereidingen en bereidingen op basis van de volgende actieve bestanddelen: vitaminen, mineralen, essentiële aminozuren of vetzuren, opgemaakt voor de verkoop in het klein. Deze bereidingen worden onder post 3004 ingedeeld, indien op het etiket, op de verpakking of in de bijsluiter de volgende aanwijzingen zijn vermeld:

a)      de ziekten, aandoeningen of symptomen waartegen zij moeten worden gebruikt;

b)      de concentratie van de actieve stof of de stoffen die zij bevatten;

c)      de dosering, en

d)      de wijze van toediening.

Tot deze post behoren eveneens homeopathische geneeskrachtige bereidingen, indien zij aan de vorenstaande voorwaarden onder a), c) en d) voldoen.

In geval van bereidingen op basis van vitaminen, mineralen, essentiële aminozuren of vetzuren, dient het gehalte aan ten minste een van deze stoffen per op het etiket aangegeven aanbevolen dagelijkse dosis aanzienlijk hoger te zijn dan de voor het behoud van de algemene gezondheid of het welzijn aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.”

15      De toelichting op aanvullende aantekening 1 op hoofdstuk 30 van de GN, die is opgenomen in de mededeling van de Commissie met als opschrift „Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie” (PB 2011, C 137, blz. 1; hierna: „toelichting op hoofdstuk 30 van de GN”), luidt in punt 3 als volgt:

„Bereidingen van vitaminen of mineralen zijn bereidingen die zijn gebaseerd op vitaminen van post 2936 en op mineralen, sporenelementen en mengsels daarvan daaronder begrepen. Zij worden gebruikt ter behandeling van of ter voorkoming van specifieke ziekten of aandoeningen of hun symptomen. Dergelijke bereidingen bevatten een veel grotere hoeveelheid vitaminen of mineralen, gewoonlijk ten minste drie maal meer dan de normale aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.

[...]”

16      Uit voormeld punt 3 blijkt tevens dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor calcium 800 mg bedraagt.

 Hoofdgeding en prejudiciële vraag

17      Op 2 mei 2012 heeft Salutas Pharma verzocht om verstrekking van een bindende tariefinlichting voor „Calcium-Sandoz Forte 500 mg”-tabletten. Zij heeft voorgesteld dat dit product zou worden ingedeeld onder postonderverdeling 3004 90 00 van de GN.

18      Bij het in het hoofdgeding aan de orde zijnde product gaat het om een bereiding met calcium als belangrijkste bestanddeel, die bedoeld is om in te nemen nadat zij in water is opgelost. Elk bruistablet bevat 500 mg calcium. Informatie omtrent het product, met name betreffende de dosering, waarvoor het wordt gebruikt, en met betrekking tot het werkzame bestanddeel, bevindt zich op de verpakkingsdoos en op een bijsluiter. Als dosering wordt voor volwassenen 1 tot 3 bruistabletten – derhalve 500 mg tot 1 500 mg calcium – en voor kinderen 1 tot 2 bruistabletten – derhalve 500 mg tot 1 000 mg calcium – per dag aanbevolen. In de bijsluiter wordt gesteld dat de bruistabletten worden gebruikt ter voorkoming en behandeling van een tekort aan calcium en ter ondersteuning van een speciale therapie ter voorkoming en behandeling van osteoporose. Salutas Pharma verkoopt de bruistabletten uitsluitend via apotheken.

19      Bij bindende tariefinlichting van 8 oktober 2012 heeft het douanekantoor het betrokken product ingedeeld onder postonderverdeling 2106 90 92 van de GN, op grond dat het niet valt onder GN-post 3004, aangezien bij de aanbevolen dosering ervan geen sprake is van een niveau van calciumgebruik dat aanzienlijk hoger is dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor het behoud van de algemene gezondheid of het welzijn.

20      Nadat Salutas Pharma op 26 oktober 2012 bezwaar had aangetekend, heeft het douanekantoor op 13 januari 2014 de beslissing tot indeling van het in het hoofdgeding aan de orde zijnde product in post 2106 van de GN bevestigd op grond dat niet was voldaan aan de voorwaarde in aanvullende aantekening 1 op hoofdstuk 30 van de GN, aangezien het calciumgehalte van de aanbevolen maximale dagelijkse dosis van het litigieuze product niet het drievoud bedraagt van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid calcium.

21      Op 17 februari 2014 heeft Salutas Pharma bij de verwijzende rechter beroep ingesteld tegen de beslissing van 13 januari 2014, waarbij zij aanvoerde dat aanvullende aantekening 1 op hoofdstuk 30 van de GN niet geldig is aangezien zij de inhoud van tariefpost 3004 van de GN wijzigt. Subsidiair heeft Salutas Pharma opgemerkt dat die aanvullende aantekening niet vereist dat het calciumgehalte van de aanbevolen dagelijkse dosis van het betrokken product verplicht het drievoudige van de noodzakelijke dagelijkse inname moet bedragen, met name gelet op het feit dat een dagelijkse dosis van 2 400 mg calcium, wat overeenkomt met het drievoudige van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid, de voor de gezondheid kritische grens overschrijdt.

22      Het douanekantoor heeft voorgesteld om het beroep te verwerpen omdat de aanvullende aantekening 1 op hoofdstuk 30 van de GN bindend is en het mogelijk is tot 2 500 mg calcium per dag in te nemen zonder negatieve gevolgen voor de gezondheid, zodat het calciumgehalte van de aanbevolen maximale dagelijkse dosis van de in geding zijnde bruistabletten, namelijk 1 500 mg, niet kan worden geacht in de zin van die aanvullende aantekening „aanzienlijk hoger” te zijn.

23      De verwijzende rechter merkt op dat die tabletten voldoen aan de voorwaarden die in aanvullende aantekening 1, eerste alinea, onder a) tot en met d), op hoofdstuk 30 van de GN zijn gesteld, en dat de indeling ervan bijgevolg enerzijds afhangt van de uitlegging van de woorden „aanzienlijk hoger” in de derde alinea van deze aanvullende aantekening en anderzijds van de uitlegging van de toelichting op hoofdstuk 30 van de GN.

24      In dat verband is de verwijzende rechter van oordeel dat uit die toelichting lijkt te volgen dat een bereiding zoals het in geding zijnde product, slechts als „bereiding op basis van vitaminen of mineralen” onder dat hoofdstuk kan vallen wanneer het gehalte aan vitaminen of mineralen van deze bereiding veel hoger is, gewoonlijk ten minste drie maal meer, dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Aangezien de aanbevolen dagelijkse inname van calcium 800 mg is, zou het calciumgehalte van de aanbevolen dagelijkse dosis van een product als in het hoofdgeding, dat de indeling ervan in post 3004 van de GN mogelijk zou maken, dus 2 400 mg moeten bedragen. Voor het in geding zijnde product bedraagt dit maximumgehalte echter 1 500 mg per dag.

25      De verwijzende rechter merkt evenwel op dat dit laatste gehalte meer dan 85 % hoger ligt dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid calcium. Hij neigt bijgevolg tot de opvatting dat een dergelijk gehalte kan worden aangemerkt als „aanzienlijk hoger” in de zin van aanvullende aantekening 1 op hoofdstuk 30, zelfs wanneer dit gehalte niet het drievoudige bedraagt van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Voorts is hij van oordeel dat de toelichting op hoofdstuk 30 van de GN – door het gebruik van de term „gewoonlijk” – lijkt te verwijzen naar mogelijke uitzonderingen. Bijgevolg kan volgens die rechter niet worden uitgesloten dat, voor de indeling van een product in post 3004 van de GN, een gehalte in dit product aan vitaminen of mineralen dat lager ligt dan het drievoudige van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid bij wijze van uitzondering zou moeten volstaan.

26      Bovendien merkt de verwijzende rechter op dat er geen preparaten op de markt zijn die oraal moeten worden ingenomen en die een driemaal hogere hoeveelheid calcium bevatten dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid, en dat niet algemeen kan worden gesteld dat een dagelijkse dosis van 2 400 mg calcium geen negatieve effecten heeft op de gezondheid.

27      De verwijzende rechter merkt echter op dat, hoewel meerdere elementen pleiten voor een uitlegging volgens welke de vraag of het gehalte aan vitaminen en mineralen „aanzienlijk hoger” is, gedifferentieerd moet worden beoordeeld naargelang van het type vitamine of mineraal, praktische eisen van goed bestuur zouden kunnen vereisen dat voor dat gehalte een eenduidige en gemakkelijk te verifiëren grens wordt vastgesteld. In dat verband merkt hij op dat bij de tariefindeling van producten geen onderscheid mag worden gemaakt naargelang hetgeen op de betrokken markt gebruikelijk is of hetgeen medisch zinvol is.

28      In die omstandigheden heeft het Finanzgericht Hamburg de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag gesteld:

„Moet de [GN] aldus worden uitgelegd dat bruistabletten met een calciumgehalte van 500 mg per tablet, die worden gebruikt ter voorkoming en behandeling van een calciumtekort en ter ondersteuning van een speciale therapie ter voorkoming en behandeling van osteoporose en waarvoor op het etiket voor volwassenen een maximale dagelijkse dosis van 3 tabletten (= 1 500 mg) wordt aanbevolen, onder postonderverdeling 3004 90 00 moeten worden ingedeeld?”

 Beantwoording van de prejudiciële vraag

29      Om te beginnen zij eraan herinnerd dat het vaste rechtspraak is dat, in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN-post en in de aantekeningen op de afdeling of het hoofdstuk zijn omschreven (zie arresten Sysmex Europa, C‑480/13, EU:C:2014:2097, punt 29 en aldaar aangehaalde rechtspraak; Vario Tek, C‑178/14, EU:C:2015:152, punt 21 en aldaar aangehaalde rechtspraak, en Amazon EU, C‑58/14, EU:C:2015:385, punt 20 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

30      Bijgevolg vormen de aantekeningen op de hoofdstukken van de GN belangrijke middelen ter verzekering van een uniforme toepassing van het gemeenschappelijke douanetarief en zijn zij als zodanig waardevolle hulpmiddelen bij de uitlegging ervan. De inhoud van deze aantekeningen moet derhalve in overeenstemming zijn met de bepalingen van de GN en mag de strekking daarvan niet wijzigen (zie arrest X en X BV, C‑319/10 en C‑320/10, EU:C:2011:720, punt 55 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

31      Bovendien zijn de toelichtingen van de Commissie op de GN en de toelichtingen van de WCO op het GS, hoewel zij rechtens niet verbindend zijn, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten (zie arrest Data I/O, C‑297/13, EU:C:2014:331, punt 33 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

32      Vastgesteld moet worden dat, zoals blijkt uit de verwijzingsbeslissing, niet wordt betwist dat het in geding zijnde product een product op basis van mineralen is, dat is verpakt voor de verkoop in het klein. De concentratie van de actieve stof, de dosering, de wijze van toediening, en de ziekten, aandoeningen of symptomen waartegen het product moet worden gebruikt, zijn vermeld op de verpakking of in de bijsluiter. Dat product voldoet derhalve aan de voorwaarden van aanvullende aantekening 1, eerste alinea, onder a) tot en met d), op hoofdstuk 30 van de GN.

33      De partijen in het hoofdgeding zijn het alleen oneens over de vraag of het gehalte aan calcium van de aanbevolen dagelijkse dosis van het betrokken product „aanzienlijk hoger [...] [is] dan de voor het behoud van de algemene gezondheid of het welzijn aanbevolen dagelijkse hoeveelheid” in de zin van die aanvullende aantekening.

34      De toelichting op hoofdstuk 30 van de GN beoogt deze voorwaarde nader uit te werken door voor te schrijven dat het daarbij gaat om de aanbevolen dagelijkse dosis die „een veel grotere hoeveelheid vitaminen of mineralen [bevat], gewoonlijk ten minste drie maal meer dan de normale aanbevolen dagelijkse hoeveelheid”.

35      Enerzijds zij opgemerkt dat die toelichting, welke, zoals aangegeven in punt 31 van het onderhavige arrest, niet rechtens bindend is, vermeldt dat een product waarvan het gehalte aan vitaminen of mineralen van de aanbevolen dagelijkse dosis het drievoudige bedraagt van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid, onder dat hoofdstuk valt, mits ook is voldaan aan alle overige voorwaarden. Anderzijds sluit die aantekening, gelet op de daarin gebezigde uitdrukking „gewoonlijk”, geen producten uit van dat hoofdstuk louter op grond van het feit dat het gehalte aan vitaminen of mineralen van hun aanbevolen dagelijkse dosis niet het drievoudige bedraagt van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.

36      Bijgevolg mag de toelichting op hoofdstuk 30 van de GN niet aldus worden uitgelegd dat het gehalte aan vitaminen of mineralen van de aanbevolen dagelijkse dosis van de uit die stoffen bestaande producten verplicht het drievoudige moet bedragen van de aanbevolen dagelijkse dosis, teneinde die producten te kunnen indelen onder post 3004 van de GN.

37      Wanneer immers het gehalte aan vitaminen, mineralen, essentiële aminozuren en vetzuren van de aanbevolen dagelijkse dosis van een product dat de objectieve kenmerken en eigenschappen heeft die zijn omschreven in post 3004 van de GN, duidelijk hoger is dan voor de algemene menselijke consumptie vereist of aanbevolen is, dient het onder die post te worden ingedeeld (zie in die zin arrest Glob-Sped, C‑328/97, EU:C:1998:601, punt 28).

38      In dat verband blijkt, wat het in het hoofdgeding aan de orde zijnde product betreft, uit de verwijzingsbeslissing ten eerste dat het calciumgehalte van de aanbevolen dagelijkse dosis van dit product, te weten 1 500 mg maximum, meer dan 85 % hoger is dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid calcium die nodig is voor het behoud van de algemene gezondheid of het welzijn, en ten tweede dat de regelmatige consumptie van dosissen waarvan het calciumgehalte drie maal hoger is dan de aanbevolen dagelijkse calciumhoeveelheid schadelijk zou kunnen zijn voor de gezondheid.

39      In dergelijke omstandigheden moet worden vastgesteld dat het calciumgehalte van de aanbevolen maximale dagelijkse dosis van een product zoals het in geding zijnde product, aanzienlijk hoger is dan nodig of aanbevolen is voor de algemene menselijke consumptie. Voor zover een dergelijk product ook voldoet aan de voorwaarden van aanvullende aantekening 1, eerste alinea, onder a) tot en met d), op hoofdstuk 30 van de GN, valt het onder post 3004 van de GN.

40      Uit een en ander volgt dat de GN aldus moet worden uitgelegd dat een product zoals bruistabletten met een calciumgehalte van 500 mg per tablet, die worden gebruikt ter voorkoming en behandeling van een calciumtekort en ter ondersteuning van een speciale therapie ter voorkoming en behandeling van osteoporose en waarvoor op het etiket voor volwassenen een maximale dagelijkse dosis van 1 500 mg wordt aanbevolen, valt onder post 3004 van de GN.

 Kosten

41      Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Het Hof (Eerste kamer) verklaart voor recht:

De gecombineerde nomenclatuur die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, in de versie van verordening (EU) nr. 1006/2011 van de Commissie van 27 september 2011, moet aldus worden uitgelegd dat een product zoals bruistabletten met een calciumgehalte van 500 mg per tablet, die worden gebruikt ter voorkoming en behandeling van een calciumtekort en ter ondersteuning van een speciale therapie ter voorkoming en behandeling van osteoporose en waarvoor op het etiket voor volwassenen een maximale dagelijkse dosis van 1 500 mg wordt aanbevolen, valt onder post 3004 van die nomenclatuur.

ondertekeningen



* Procestaal: Duits.