Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Grondwettelijk Hof (België) op 21 december 2020 – Orde van Vlaamse Balies, IG, Belgian Association of Tax Layers, CD, JU tegen Vlaamse Regering

(Zaak C-694/20)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Grondwettelijk Hof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekers: Orde van Vlaamse Balies, IG, Belgian Association of Tax Layers, CD, JU

Verweerster: Vlaamse Regering

Prejudiciële vraag

Schendt artikel 1, punt 2), van richtlijn (EU) 2018/8221 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van richtlijn 2011/16/EU, wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies het recht op een eerlijk proces zoals gewaarborgd bij artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het recht op eerbiediging van het privéleven zoals gewaarborgd bij artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese [Unie] in zoverre het nieuwe artikel 8bis ter, lid 5, dat het heeft ingevoegd in richtlijn 2011/16/EU2 van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG, erin voorziet dat indien een lidstaat de noodzakelijke maatregelen neemt om intermediairs het recht op ontheffing van de verplichting tot het verstrekken van inlichtingen over een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie te verlenen wanneer de meldingsplicht een inbreuk zou vormen op het wettelijke verschoningsrecht conform het nationale recht van die lidstaat, die lidstaat gehouden is de intermediairs te verplichten iedere andere intermediair of, bij gebreke daarvan, de relevante belastingplichtige onverwijld in kennis te stellen van zijn meldingsverplichtingen, in zoverre die verplichting tot gevolg heeft dat een advocaat die optreedt als intermediair verplicht wordt gegevens die hij verneemt tijdens de uitoefening van de wezenlijke activiteiten van zijn beroep, namelijk het verdedigen of vertegenwoordigen in rechte van de cliënt en het verlenen van juridisch advies, zelfs buiten elk rechtsgeding, te delen met een andere intermediair die niet zijn cliënt is?

____________

1     PB 2018, L 139, blz. 1

2     PB 2011, L 64, blz. 1