Beroep ingesteld op 16 februari 2024 – Europese Commissie / Helleense Republiek

(Zaak C-128/24)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: Μ. Konstantinidis en F. Le Bot)

Verwerende partij: Helleense Republiek

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht:

vast te stellen dat de Helleense Republiek haar verplichtingen krachtens artikel 8, lid 1, artikel 15, lid 3, en artikel 14, lid 1, van richtlijn 2014/89/EU niet is nagekomen, omdat zij het maritieme ruimtelijk plan niet uiterlijk op 31 maart 2021 heeft vastgesteld en omdat zij de Commissie en de andere betrokken lidstaten niet binnen drie maanden na publicatie ervan een afschrift heeft toegezonden;

de Helleense Republiek te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Commissie merkt in haar verzoekschrift op dat de lidstaten op grond van artikel8, lid 1, en artikel 15, lid 3, van richtlijn 2014/89/EU1 tot vaststelling van een kader voor maritieme ruimtelijke planning, uiterlijk op 31 maart 2021 de desbetreffende nationale maritieme ruimtelijke plannen moeten vaststellen. Krachtens artikel 14, lid 1, van die richtlijn moeten de lidstaten de nationale ruimtelijke plannen binnen drie maanden na de publicatie ervan meedelen aan de Commissie.

In haar verzoekschrift wijst de Commissie erop dat de Helleense Republiek in haar antwoord op het met reden omkleed advies erkent dat zij het maritieme ruimtelijke plan niet uiterlijk op 31 maart 2021 heeft vastgesteld en dat zij de Commissie en de andere betrokken lidstaten niet binnen drie maanden na de publicatie ervan een afschrift heeft toegezonden.

____________

1 Richtlijn 2014/89/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 tot vaststelling van een kader voor maritieme ruimtelijke planning (PB 2014, L 257, blz. 135).