Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 10 juli 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof - Duitsland) – Strafzaken tegen Markus D. (C-358/13) en G. (C-181/14)

(Gevoegde zaken C-358/13 en C-181/14)1

(Geneesmiddelen voor menselijk gebruik – Richtlijn 2001/83/EG – Werkingssfeer – Uitlegging van het begrip ‚geneesmiddel’ – Draagwijdte van het criterium van geschiktheid om fysiologische functies te wijzigen – Producten op basis van aromatische planten en cannabinoïden – Daarvan uitgesloten)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in de strafzaken

Markus D. (C-358/13) en G. (C-181/14)

Dictum

Artikel 1, punt 2, sub b, van richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004, moet aldus worden uitgelegd dat daaronder niet vallen substanties zoals die welke in de hoofdgedingen aan de orde zijn, waarvan de effecten beperkt zijn tot louter een wijziging van de fysiologische functies, zonder dat zij direct of indirect een gunstige invloed kunnen hebben op de menselijke gezondheid, en die alleen maar worden geconsumeerd om een roes op te wekken en bij consumptie schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid.

____________

1 PB C 325 van 9.11.2013

PB C 212 van 7.7.2014