Beschikking van het Hof (Vijfde kamer) van 26 maart 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de tribunal du travail de Liège - België) – VW / Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil)

(Zaak C-92/21)1

[Prejudiciële verwijzing – Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Grenstoezicht, asiel en immigratie – Asielbeleid – Criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming – Verordening (EU) nr. 604/2013 (Dublin III) – Artikel 27 – Rechtsmiddelen tegen het overdrachtsbesluit – Opschortende karakter van het beroep – Artikel 29 – Werkwijzen en termijnen voor de overdracht – Normen voor de opvang van personen die om internationale bescherming verzoeken – Richtlijn 2013/33/EU – Artikel 18 – Nationale maatregel waarbij aan een asielzoeker ten aanzien van wie een overdrachtsbesluit is genomen, een plaats wordt toegewezen in een specifieke opvangstructuur waar de opgevangen personen worden begeleid bij de voorbereiding van hun overdracht]

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal du travail de Liège

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: VW

Verwerende partij: Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil)

Dictum

Artikel 27 van verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend, moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet ertegen verzet dat een lidstaat ten aanzien van een verzoeker die beroep heeft ingesteld tegen een besluit om hem over te dragen aan een andere lidstaat in de zin van artikel 26, lid 1, van deze verordening, maatregelen treft ter voorbereiding van deze overdracht, zoals de toewijzing van een plaats in een specifieke opvangstructuur waar de opgevangen personen worden begeleid bij de voorbereiding van hun overdracht.

____________

1 PB C 138 van 19.4.2021.