Beroep ingesteld op 15 juli 2011 - Basic / BHIM - Repsol YPF (basic)
(Zaak T-372/11)
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Basic Aktiengesellschaft Lebensmittelhandel (München, Duitsland) (vertegenwoordiger: D. Altenburg, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)
Andere partij voor de kamer van beroep: Repsol YPF, SA (Madrid, Spanje)
Conclusies
de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 31 maart 2011 in zaak R 1440/2010-1 vernietigen;
het beroep in zaak R 1440/2010-1 met betrekking tot de beslissing op oppositie nr. B 1384694 verwerpen, en
het Bureau verwijzen in de kosten van de procedure.
Middelen en voornaamste argumenten
Aanvrager van het gemeenschapsmerk: verzoekster
Betrokken gemeenschapsmerk: beeldmerk "basic", in het geel, het blauw en het rood, voor waren en diensten van de klassen 3, 4, 5, 16, 18, 21, 25, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 35, 39, 43, 44 en 45 - gemeenschapsmerkaanvraag nr. 6752811
Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep
Oppositiemerk of -teken: gemeenschapsmerkaanvraag nr. 5648159 van het beeldmerk "BASIC" voor diensten van de klassen 35, 37 en 39
Beslissing van de oppositieafdeling: toewijzing van de oppositie voor een deel van de betrokken diensten van klasse 35 en voor alle betrokken diensten van klasse 39. Afwijzing van de oppositie voor de overige diensten van klasse 35.
Beslissing van de kamer van beroep: vernietiging van de beslissing van de oppositieafdeling voor zover daarbij de oppositie werd afgewezen voor een deel van de diensten van klasse 35. Afwijzing van de gemeenschapsmerkaanvraag voor die diensten en verwerping van het beroep voor de overige diensten van klasse 35
Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009, aangezien de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat er gevaar voor verwarring van het aangevraagde merk en het oppositiemerk bestaat.
____________