Arrest van het Gerecht van 24 januari 2017 – Rath/EUIPO – Portela & Ca. (Diacor)
(Zaak T-258/08)1
[„Uniemerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor Uniewoordmerk Diacor – Ouder nationaal beeldmerk Diacol PORTUGAL – Normaal gebruik van het oudere merk – Artikel 43, leden 2 en 3, van verordening (EG) nr. 40/94 [thans artikel 42, leden 2 en 3, van verordening (EG) nr. 207/2009] – Bewijzen in een andere taal dan de procestaal – Regel 22, lid 4, van verordening (EG) nr. 2868/95 [thans regel 22, lid 6, van verordening nr. 2868/95, zoals gewijzigd] – Relatieve weigeringsgrond – Verwarringsgevaar – Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 [thans artikel 8, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009]”]
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Matthias Rath (Kaapstad, Zuid-Afrika) (vertegenwoordigers: U. Vogt, C. Kleiner en S. Ziegler, advocaten)
Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (vertegenwoordiger: J. Crespo Carrillo, gemachtigde)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep van het EUIPO: Portela & Ca., SA (São Mamede do Coronado, Portugal)
Voorwerp
Beroep tegen de beslissing van de tweede kamer van beroep van het EUIPO van 30 april 2008 (zaak R 1630/2006-2) inzake een oppositieprocedure tussen Portela & Ca. en M. Rath
Dictum
Het beroep wordt verworpen.
Matthias Rath wordt verwezen in de kosten.
____________1 PB C 223 van 30.8.2008.