Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 25 juni 2020
Europese Commissie tegen CX
Hogere voorziening – Openbare dienst – Tuchtprocedure – Rechten van de verdediging – Recht om te worden gehoord – Bijlage IX bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie – Artikel 4 – Mogelijkheid voor de ambtenaar die niet kan worden gehoord, om zijn opmerkingen schriftelijk in te dienen of zich te laten vertegenwoordigen – Artikel 22 – Horen van de ambtenaar door het tot aanstelling bevoegd gezag vóór de vaststelling van de tuchtmaatregel – Gesteld onvermogen van de ambtenaar om te worden gehoord en om schriftelijk opmerkingen te maken of zich te laten vertegenwoordigen – Beoordeling van het medisch bewijs – Ontbreken van antwoord van het Gerecht van de Europese Unie op de in eerste aanleg aangevoerde argumenten
Zaak C-131/19 P
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie - deel "Informatie over de niet-gepubliceerde beslissingen")
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Arrest
ECLI:EU:C:2020:502 |
|
|
|